Nieuwsbrief Jaargang 31 # 2
Uitgebracht op : 07-07-2017Nieuwe fiscale maatregelen (niet gepubliceerde maatregelen werden aangeduid met * naast de rubriek)
A. Voor alle belastingplichtigen
1. Data indiening fiscale aangiften
Hierbij geven wij u een overzicht met de indieningdata van uw fiscale aangiftes voor het aanslagjaar 2017, inkomsten van het jaar 2016:
-
-
- aangifte personenbelasting: De aangifte werd gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 29 maart 2017.
De indieningdatum voor de papieren aangifte was 29 juni 2017. Belastingplichtigen die hun belastingaangifte via Tax-on-Web indienen, krijgen uitstel tot 13 juli 2017. Indien uw aangifte echter elektronisch wordt ingediend via een beroepsbeoefenaar (boekhouder - accountant) die over een geldige volmacht beschikt, mag deze aangifte ingediend worden tot 26 oktober 2017. - aangifte niet-inwoners: Wie in België werkt, maar hier niet permanent woont, moet een aangifte in de belasting
niet-inwoners indienen. Daarvoor dient de belastingplichtige zich eerst online te registreren. De uiterste indieningdatum is 9 november 2017. Aangifte via Tax-on-Web is eveneens mogelijk. De uiterste indieningdatum is dan 7 december 2017. - aangifte vennootschapsbelasting: De aangifte werd gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 31 mei 2017.
De uiterste indieningdatum voor vennootschappen afgesloten op 31 december 2016 is 27 september 2017.
De aangifte moet verplicht elektronisch worden ingediend. - aangifte niet-inwoners vennootschappen, verenigingen: De aangifte werd gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 31 mei 2017. De uiterste datum van indiening voor vennootschappen afgesloten op 31 december 2016 is
27 september 2017. - aangifte rechtspersonenbelasting: De aangifte werd gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 31 mei 2017.
De uiterste indieningdatum voor de aangifte in de rechtspersonenbelasting is 27 september 2017.
De aangifte moet verplicht elektronisch worden ingediend.
- aangifte personenbelasting: De aangifte werd gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 29 maart 2017.
-
2. Aanpassing van de forfaitaire kilometervergoeding vanaf 1 juli 2017
De vergoedingen die worden toegekend aan werknemers wegens het gebruik van hun eigen auto, motorfiets of bromfiets voor beroepsmatige verplaatsingen, mogen volledig als een terugbetaling van eigen kosten van de werkgever worden aangemerkt indien zij niet meer bedragen dan de forfaitaire vergoeding die hiervoor door de staat aan zijn personeel wordt toegekend.
Sinds 1 juli 2005 is de aanpassing automatisch gekoppeld aan de evolutie van het indexcijfer. De omzendbrief nr. 660 van 20 juni 2017 van de FOD Personeel en Organisatie, zoals gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 23 juni 2017, bepaalt deze forfaitaire vergoeding op € 0,3460 per kilometer voor de periode van 1 juli 2017 tot 30 juni 2018.
Voor de voorafgaande periode van 1 juli 2016 tot 30 juni 2017 bedroeg deze vergoeding € 0,3363 per kilometer.
Het gaat hier om een minimale vergoeding, die kan worden toegekend zelfs als de werkelijke kost lager ligt.
Een hoger bedrag blijft evenwel mogelijk op voorwaarde dat wordt aangetoond dat het hogere bedrag overeenstemt met de werkelijke kostprijs per kilometer van het gebruikte voertuig.
3. Controleacties 2017
De fiscale administratie gaf op 18 april 2017 op haar website een overzicht van lopende of nog te verwachten controleacties.
Particulieren worden mogelijk gecontroleerd als:
-
-
- een loontrekkende werkelijke beroepskosten heeft afgetrokken
- inkomsten die uit het buitenland werden verworven niet werden aangegeven
- belastbare meerwaarden die naar aanleiding van een overdracht onder bezwarenden titel van gebouwen of gronden werden verwezenlijkt, maar niet werden aangegeven.
-
Ondernemingen worden mogelijk gecontroleerd als:
-
-
- ze een of meerdere (gedeeltelijke) vrijstellingen van doorstorting van bedrijfsvoorheffing inroepen waarvan de toekenningsvoorwaarden moeten worden nagekeken
- er een vermoeden is dat er ten onrechte een btw-tegoed is ontstaan of werd verrekend
- ze verlaagde roerende voorheffing op door haar betaalde of toegekende dividenden hebben betaald
- zij als grote onderneming in de zin van artikel 15 van het wetboek van vennootschappen de belastbare meerwaarden op aandelen of deelbewijzen die zij hebben verwezenlijkt niet hebben aangegeven.
-
Zoals tijdens vorige jaren zullen de belastingplichtigen die, ondanks het feit dat hen een herinnering werd verstuurd,
hun belastingaangifte niet indienden, worden gecontroleerd. In het bijzonder zal er aandacht worden besteed aan de belastingplichtigen die reeds herhaaldelijk geen aangifte hebben ingediend.
De particulieren en ondernemingen op wie deze controleacties gericht zijn, zijn diegenen die op basis van risico-indicatoren een groter fiscaal risico vertonen.
Naast deze specifieke aandachtspunten zal de fiscale administratie ook nog andere controles van de fiscale situatie van particulieren en ondernemingen uitvoeren.
4. Zomeruitstel btw-aangifte
Op de site van de FOD Financiën werd op 7 juli 2017 een persmededeling gepubliceerd i.v.m. de jaarlijkse zomerregeling voor de indiening van btw-aangiften.
Naar jaarlijkse gewoonte wordt de indieningdatum van de btw-aangifte en de btw-opgave voor intracommunautaire handelingen m.b.t. juni 2017 en het tweede kwartaal 2017 verschoven naar 10 augustus 2017. De indieningdatum voor de btw-aangifte en de btw-opgave voor intracommunautaire handelingen m.b.t. juli 2017 wordt verschoven naar 10 september 2017.
Het uitstel geldt evenwel niet voor betaling van de verschuldigde btw. De voorschotten voor btw-plichtigen die kwartaalaangiften indienen, werden met ingang van 1 april 2017 afgeschaft. Wij verwijzen hiervoor naar onze
nieuwsbrief van 14 april 2017.
5. Nieuwe circulaire btw gratis goederen
Ondernemingen die goederen onttrekken aan hun onderneming om gratis weg te geven moeten btw afdragen over de aankoop – of kostprijs. Dit heet in het jargon een onttrekking. Op deze regel zijn echter een aantal uitzonderingen.
Zo is de btw op de aankoop van handelsgeschenken en gelegenheidsgeschenken aan personeel en hun kinderen aftrekbaar indien de waarde van deze geschenken lager is dan € 50,00 (excl. btw).
De circulaire 2017/C/32 van 29 mei 2017 betreffende handelsgeschenken en – monsters, reclameartikelen, geschenken en andere goederen die gratis worden verstrekt voert een aantal nieuwe beperkingen in van het aantal handels – of gelegenheidsgeschenken dat btw-plichtigen jaarlijks kunnen uitdelen zonder hun recht op aftrek in het gedrang te brengen.
Zo is in de nieuwe regeling de btw slechts aftrekbaar voor een enkel handels – of gelegenheidsgeschenk per kalenderjaar per begunstigde. Dit betekent dat een geschenk van € 40,00 toegelaten is, maar twee geschenken van bv. € 15,00 niet. Verder wordt ook bepaald dat vouchers voor enkelvoudig gebruik (bv. boekenbon, saunabeurt) ook kunnen worden aangemerkt als handels – of gelegenheidsgeschenk en dit onder dezelfde voorwaarden.
De regeling gaat in vanaf 29 mei 2017.
6. Nog slechts een herinneringsbrief bij niet-betaling inkomstenbelastingen
In onze nieuwsbrief van 14 april 2017 berichtten wij u reeds dat met ingang van 1 mei 2017 door de fiscale administratie niet langer een aangetekende brief dient verzonden te worden voor het aanvatten van een eerste vervolging wegens
niet-betaalde belastingen. De aangetekende brief werd vervangen door een gewone brief.
In een bericht dat zij op 21 april 2017 op haar website publiceerde, specifieerde de fiscale administratie verder dat er bij niet tijdige betaling van de inkomstenbelasting slechts een enkele betalingsherinnering per gewone post zal worden verstuurd, dit in tegenstelling tot de twee betalingsherinneringen (een eerste per gewone post en een tweede per aangetekende post) die voorheen werden verstuurd.
7. Fiscale regularisatie: samenwerkingsakkoord Vlaamse regering*
In onze online actualiteit van 8 augustus 2016 meldden wij u de publicatie en krachtlijnen van de nieuwe ronde fiscale regularisatie. In onze nieuwsbrief van 31 december 2016 gaven wij u tevens een overzicht van de boetetarieven,
die jaarlijks oplopen.
Op niet verjaarde inkomsten en kapitalen is het gewone belastingtarief van toepassing (inclusief aanvullende gemeentebelasting en aanvullende crisisbelasting), verhoogd met een boete van 20 % van de inkomsten.
Hetzelfde geldt voor niet verjaarde btw-handelingen.
Fiscaal verjaarde inkomsten en kapitalen worden onderworpen aan een heffing van 36 % op het kapitaal indien de belastingplichtige niet kan bewijzen dat de inkomsten of kapitalen geen dubieuze oorsprong hebben.
Voor beroepsinkomsten als zelfstandige is ook een regularisatie van sociale bijdragen mogelijk. De heffing bedraagt 15 %, maar deze heffing opent geen sociale rechten.
Deze tarieven golden voor 2016. In de toekomst zullen de boetetarieven trapsgewijs stijgen als volgt:
sociale bijdragen |
Inkomsten / btw |
verjaarde kapitalen |
|
vanaf 01.01.2016 |
15 % |
20 % |
36 % |
vanaf 01.01.2017 |
17 % |
22 % |
37 % |
vanaf 01.01.2018 |
18 % |
23 % |
38 % |
vanaf 01.01.2019 |
19 % |
24 % |
39 % |
vanaf 01.01.2020 |
20 % |
25 % |
40 % |
Er waren bij de totstandkoming van de nieuwe fiscale regularisatieronde evenwel opmerkingen gemaakt door de Raad van State met betrekking tot de belastingbevoegdheid van de gewesten. Als gevolg daarvan werd in de finale versie meer rekening gehouden met de fiscale bevoegdheid van de gewesten, waarbij de regularisatie enkel geldt voor de federale belastingen en voor de gewestelijke belastingen waarvoor de federale overheid de dienst verzekert en waarvoor een samenwerkingsakkoord is afgesloten.
Op 23 mei 2017 werd een dergelijk samenwerkingsakkoord afgesloten tussen de federale en de Vlaamse regering omtrent zogenaamde “onsplitsbare bedragen” met betrekking tot verjaard oorsprongskapitaal. Dit gaat over bedragen die zowel aan federale belastingen als aan Vlaamse belastingen waren onderworpen, maar waarvoor de aangever geen precieze opdeling meer kan maken. In het samenwerkingsakkoord wordt daarom een vermoeden ingebouwd dat 50 % van het oorsprongskapitaal betrekking heeft op federale belastingen en 50 % op gewestelijke belastingen.
Hierdoor zal de regularisatieheffing verdeeld worden over de beide belastingniveaus.
Zowel de Kamer als het Vlaams Parlement dienen dit akkoord nog wetgevend te bekrachtigen.
B. Voor natuurlijke personen – eenmanszaken
1. Forfaitaire beroepskosten voor burgemeesters en schepenen
De circulaire 2017/C/24 van 21 april 2017 betreffende de forfaitaire beroepskosten voor burgemeesters, schepenen en OCMW-voorzitters legde de forfaitaire beroepskosten die burgemeesters, schepenen en O.C.M.W - voorzitters overeenkomstig de bepalingen van nr. 51/39 Com.IB 92 van de bezoldigingen van hun mandaat mogen aftrekken, voor het inkomstenjaar 2017 (aanslagjaar 2018) als volgt vast:
EUR |
|
- voor een burgemeester |
6.815,71 |
- voor een schepen of een OCMW-voorzitter |
4.089,43 |
2. Vereenvoudigde aangifte: uitsluitingen*
Sedert 2011 bestaat het systeem waarbij aan bepaalde belastingplichtigen met een eenvoudig fiscaal profiel
“voorstellen van vereenvoudigde aangiften” worden verzonden, waarbij de fiscus de belastingplichtige een voorstel van aangifte opstuurt met alle gegevens waarover ze beschikt. Indien deze gegevens correct zijn, hoeft de belastingplichtige verder niets te doen. Enkel indien de gegevens onjuist of onvolledig zijn, moet de belastingplichtige hierop reageren binnen de termijn die voorzien is voor de normale fiscale aangifte. Wij verwijzen hiervoor verder naar onze nieuwsbrief van 15 juli 2011.
Een ontwerp van koninklijk besluit dat op 21 april 2017 door de ministerraad werd goedgekeurd sluit bepaalde categorieën van belastingplichtigen uit voor de toepassing van de het systeem van de vereenvoudigde aangifte.
Het gaat om de volgende categorieën:
-
-
- zij die zelf of hun echtgeno(o)t(e) of wettelijk samenwonende partner evenals de kinderen waarover ze het ouderlijk gezag uitoefenen, hetzij een oprichter zijn van een juridische constructie, hetzij een derde begunstigde van een dergelijke constructie
- zij die, buiten hun beroepsbezigheid, nieuwe leningen aan een onderneming hebben toegekend via een crowdfundingplatform om die onderneming in staat te stellen nieuwe economische initiatieven te financieren.
-
C. Voor vennootschappen en verenigingen
1. Tarieven investeringsaftrek voor aanslagjaar 2018
De tarieven van de investeringsaftrek zijn voor aanslagjaar 2018 grotendeels ongewijzigd gebleven, zo blijkt uit een bericht van de fiscale administratie dat in het Belgisch Staatsblad van 15 maart 2017 werd gepubliceerd.
Wij geven u een overzicht van de toepasselijke tarieven:
Voor natuurlijke personen:
-
-
- digitale investeringen, octrooien, milieuvriendelijke investeringen voor onderzoek en ontwikkeling, energiebesparende investeren en investeringen in rook-, afzuig- of verluchtingssystemen in de horeca: 13,5 %
- investeringen in beveiliging: 20,5 %
- andere investeringen: 8 %
-
Daarnaast kunnen natuurlijke personen met minder dan 20 werknemers de investeringsaftrek spreiden.
De gespreide aftrek bedraagt 10,5 % van de afschrijvingen op de activa.
Voor vennootschappen:
-
-
- octrooien, milieuvriendelijke investeringen voor onderzoek en ontwikkeling, energiebesparende investeren en investeringen in rook-, afzuig- of verluchtingssystemen in de horeca: 13,5 %
- investeringen tot aanmoediging van het hergebruik van verpakkingen van dranken en nijverheidsproducten: 3 %
- investeringen in beveiliging (voor KMO-vennootschappen): 20,5 %
- digitale investeringen (voor KMO-vennootschappen): 13,5 %
- andere investeringen (voor KMO-vennootschappen): 8 %
- investeringen in zeeschepen (voor vennootschappen die uitsluitend winst uit de zeescheepvaart verkrijgen): 30 %
-
2. Staatsbladfraude
De akten van benoemingen en ontslagen van mandatarissen van vennootschappen (bestuurders en zaakvoerders) dienen overeenkomstig artikel 74 van het wetboek van vennootschappen te worden gepubliceerd in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad.
De formulieren voor deze publicatie zijn beschikbaar op de website van het Belgisch Staatsblad en moeten worden ingevuld en neergelegd op de griffie van de rechtbank van koophandel.
Bij de griffies van de rechtbanken zijn er echter te weinig controlemechanismen om de juistheid van de aanvragen tot publicatie te verifiëren. Bovendien ontvangt de vennootschap zelf geen melding van de publicatie in het Belgisch Staatsblad.
Dit heeft reeds gezorgd voor gevallen van fraude, waarbij oplichters valse publicaties in het Belgisch Staatsblad laten publiceren. Na de publicatie stellen zij dan allerlei handelingen in naam van de betrokken vennootschap, zoals aankopen, geldafhaling van bankrekeningen of het inschrijven van een andere maatschappelijke zetel. Vaak komt dergelijke fraude pas aan het licht door een consciëntieuze bankier of verkoper, dikwijls nadat de financiële schade al is geleden.
Om hieraan te verhelpen heeft Voka in samenwerking met een aantal private spelers een gratis systeem uitgewerkt waar vennootschappen zich kunnen registreren aan de hand van hun ondernemingsnummer. Wanneer de onderneming vermeld wordt in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad ontvangt zij hiervan automatisch een e-mail.
Registratie is mogelijk via de link:
http://www.wettelijke-publicaties.be/
Indien de publicatie onrechtmatig of te kwader trouw gedaan werd, kan de bank worden verwittigd, de publicatie van een rechtzetting worden gevraagd en kan strafklacht neergelegd worden bij de daders.
3. Verworpen uitgaven bedrijfsvoertuigen: tankkaarten en andere brandstofkosten
Personen die een bedrijfswagen ter beschikking krijgen van een vennootschap, zijn belastbaar op een voordeel van alle aard. De vennootschap dient een deel van het voordeel van alle aard op te nemen in de verworpen uitgaven.
Dit gedeelte bedroeg vroeger 17 % van het voordeel van alle aard.
De programmawet van 25 december 2016 (BS 29 december 2016) heeft met ingang van 1 januari 2017 het bedrag van het gedeelte dat de vennootschap in verworpen uitgaven dient op te nemen verhoogt tot 40 % in het geval dat de vennootschap brandstofkosten voor privégebruik geheel of gedeeltelijk ten laste heeft genomen.
Dit kan via het verschaffen van een tankkaart die ook privé kan worden gebruikt, maar ook anderszins, zoals via het indienen van kostennota’s. Het percentage van 17 % geldt bijgevolg enkel nog indien de vennootschap niet tussenkomt bij de brandstofkosten voor het persoonlijk gebruik van een bedrijfswagen.
De fiscale administratie publiceerde op 30 mei 2017 een faq met betrekking tot tankkaarten en andere brandstofkosten waarin zij verduidelijkt hoe zal worden vastgesteld of de vennootschap al dan niet tussenkomst in de privébrandstofkosten van de werknemer of de bedrijfsleider. Veel zal moeten blijken uit de vermeldingen in de arbeidsovereenkomst of een afzonderlijk opgemaakte car policy.
Een eerste methode bestaat uit het bijhouden van een volledige rittenadministratie, waarbij dagelijks alle verplaatsingen voor beroepsdoeleinden worden bijgehouden (datum van de rit, beginadres, eindadres, afgelegde kilometers per dag).
Als de kilometerstand bij het begin en het einde van het belastbare tijdperk wordt geregistreerd kunnen van het totale jaarlijkse kilometeraantal de beroepsmatige kilometers worden afgetrokken. Op die manier is het privégebruik van het voertuig bekend.
Voor vennootschappen die geen gebruik maken van rittenadministratie voorziet de fiscale administratie ook in de mogelijkheid om het privégebruik forfaitair vast te stellen. Het aantal kilometers voor persoonlijk gebruik gedurende een periode van twaalf maanden wordt dan als volgt berekend:
Afstand woon-werk x 2 x 200 + 6.000
Op basis van het op een van deze twee manieren berekende totaal aantal kilometers voor privégebruik moet de vennootschap, wil zij het percentage van 17 % behouden, het bewijs leveren dat, bij gebruik van kostennota’s,
het totaal bedrag van de ingediende kostennota’s niet hoger is dan de brandstofkosten die betrekking hebben op het beroepsmatige gebruik of dat, bij gebruik van tankkaarten, de vennootschap een som heeft doorgerekend aan en ontvangen van de gebruiker die ten minste gelijk is aan de brandstofkosten die betrekking hebben op het privégebruik.
De publicatie van de administratie bevat verder nog een aantal uitgewerkte cijfervoorbeelden.
4. Btw-plicht van vzw’s bij eetfestijnen
Culturele en sociale verenigingen of instellingen zonder winstoogmerk (o.m. ziekenhuizen, instellingen voor bejaarden en mindervaliden, jeugdhuizen, sportclubs, toneelverenigingen, musea, bibliotheken, jeugdverenigingen, scholen) zijn vrijgesteld van btw, niet alleen voor hun eigenlijke activiteiten, maar ook voor nevenactiviteiten die zijn bedoeld om geld in te zamelen voor hun hoofdactiviteit. Deze vrijstelling voor de nevenactiviteiten volgt uit artikel 44, § 2, 12° WBTW en betreft o.m. de organisatie van fuiven, optredens, eetfestijnen, een Vlaamse kermis.
De fiscale administratie stelt evenwel een aantal voorwaarden die zijn opgenomen in haar circulaire 2017/C/23 van
19 april 2017 betreffende de vrijstelling van artikel 44, § 2, 12°, van het btw-wetboek:
-
-
- De werkzaamheid moet worden georganiseerd door de vereniging of instelling. Ze mag dus niet uitbesteed worden.
- De werkzaamheid vormt geen economische activiteit. Ze is er enkel op gericht om financiële steun te verkrijgen voor de gebruikelijke vrijgestelde activiteit. Bij administratieve toegeving wordt evenwel ook aanvaard dat de opbrengsten worden aangewend voor de financiële steun van “een goed doel”.
- De werkzaamheid mag geen concurrentieverstoring veroorzaken met andere economische operatoren die gelijkaardige handelingen verrichten.
-
De fiscale administratie gaat ervan uit dat er geen concurrentieverstoring is indien het liefdadigheidsevenement of evenement ter verkrijging van steun hoogstens vier keer per kalenderjaar wordt georganiseerd. Hierbij wordt de organisatie van een evenement dat maximaal drie opeenvolgende dagen duurt als een enkel evenement beschouwd.
Er wordt geen limiet gesteld aan de opbrengst van een evenement.
De regeling gaat in op 17 juli 2016.
Steenweg Deinze 124 B
B-9810 Nazareth - Belgiƫ
+32 (0)9 384 93 39
webmaster@bebotax.com
RPR Gent afd. Gent - BTW BE 0438.569.761