Nieuwsbrief jaargang 25 # 2

Uitgebracht op : 26-04-2011

A. Voor natuurlijke personen - eenmanszaken

1. Giften fiscaal aftrekbaar vanaf 40 euro per jaar

Met ingang van 1 januari 2011 moet het minimumbedrag van giften aan goede doelen per jaar tenminste € 40,00 bedragen om in aanmerking te komen voor fiscale aftrekbaarheid (B.S. 17 januari 2011). Voor alle giften tot en met
31 december 2010 geldt nog het vroegere bedrag van € 30,00.

2. Het rooster 00 in de periodieke BTW-aangifte

N.a.v. de wijzigingen aan twee Europese BTW-richtlijnen werden een aantal belangrijke wijzigingen ingevoerd inzake het stelsel van de BTW. Een van die wijzigingen betreft de uitbreiding van de handelingen die moeten worden opgenomen in rooster 00 van de periodieke BTW-aangifte.

In de oude regeling werden de volgende uitgaande handelingen opgenomen in dit rooster:

-       verkopen van tabaksfabricaten

-       verkopen van kranten en tijdschriften

-       verkopen van voorafbetaalde telefoonkaarten

-       verkopen van recuperatieproducten (aan strikte voorwaarden onderworpen)

-       verkopen van tweedehandse goederen onder de bijzondere margeregeling

-       verkopen van een “algemeenheid van goederen”

-       verkopen tussen leden van een BTW eenheid

Bovenstaande handelingen blijven ook in de toekomst in rooster 00 opgenomen in elke periodieke BTW-aangifte.

Sedert 1 januari 2010 worden ook de volgende handelingen opgenomen in rooster 00 van de aangifte:

-       verkopen die plaatsvinden in België en die vrijgesteld zijn van BTW volgens artikel 44 W.B.T.W. (b.v. handelingen verricht door notarissen of advocaten; verzekeringen; leveringen en diensten met betrekking tot uit hun aard onroerende goederen)

-       Verkopen die plaatsvinden in een andere EU-lidstaat en geen recht op aftrek verlenen van de Belgische voorbelasting

-       Verkopen die plaatsvinden buiten de EU en geen recht op aftrek verlenen van de Belgische voorbelasting

Een aantal handelingen wordt nooit opgenomen in de BTW-aangifte (en dus ook niet in rooster 00), omdat zij volledig buiten het toepassingsgebied van de BTW vallen:

-       innen van schadevergoedingen

-       innen van subsidies

-       innen van dividenden

-       verwerven, behouden en verkopen van aandelen

B. Voor alle belastingplichtigen

1. Opslag geven wettelijk verboden in 2011

Aangezien de sociale partners niet tot een akkoord zijn gekomen is de maximale marge voor de loonkostenontwikkeling in België voor de jaren 2011 en 2012 vastgelegd bij Koninklijk Besluit van 28 maart 2011. Die maximale marge ligt voor 2011 op 0 % en voor 2012 op 0,3 %. Dit betekent dat er voor het jaar 2011 enkel ruimte is voor baremieke loonsverhogingen of voor loonsverhoging door automatische indexatie. Enkel vanaf 1 januari 2012 is er weer ruimte voor conventionele loonsverhoging (maximaal 0,3 %), onderhandeld op sectoraal of ondernemingsvlak of via een individueel akkoord. Een bij Koninklijk Besluit opgelegde loonnorm is juridisch dwingend. Loonsverhogingen die deze maxima overschrijden zijn nietig, ook al werden ze overeengekomen voor de publicatie van het Koninklijk Besluit.

2. BTW op terrein bij aankoop van een nieuw gebouw

De algemene regeling bij verkoop van onroerende goederen is welbekend. De aankoop van een gebouw en bijhorende grond is in principe onderworpen aan het registratierecht (Vlaams Gewest 10 % - Waals en Brussels Hoofdstedelijk Gewest 12,5 %). Bij verkoop van nieuwe gebouwen bestond reeds de mogelijkheid om deze te onderwerpen aan de BTW, doch enkel voor het gebouw. Op de grond bleef het registratierecht van toepassing.

Deze regeling is sedert 1 januari 2011 gewijzigd. Voortaan zal een verkoop van een nieuw gebouw onder het stelsel van de BTW ook de grond onder het BTW-stelsel doen vallen, eveneens onder het standaardtarief van 21 %.

Voor de verkoop van oude gebouwen, blijft het registratierecht evenwel van toepassing. Ook niet-beroepsoprichters kunnen er nog steeds voor opteren om de verkoop van hun nieuw gebouw niet aan de BTW te onderwerpen.

3. Sectoren bestraft voor gebrek aan vorming

Op 20 april 2011 liet minister van werk Milquet in het Staatsblad een lijst publiceren van alle sectoren die gestraft zullen worden voor het onvoldoende aanbieden van bijkomende opleidingen en vormingen
(M.B. 13 april 2011, B.S. 20 april 2011).

Volgens de wet zijn Belgische bedrijven verplicht om jaarlijks 1,9 % van hun brutoloonkosten in vorming te investeren. Verschillende sectoren werden door het inter-professioneel akkoord 2007 – 2008 en het Generatiepact verplicht bijkomende opleidingsinspanningen te leveren omdat ze de norm niet haalden. Deze bijkomende inspanningen moeten verplicht in hun CAO worden opgenomen. Een aantal sectoren vergat om deze inspanningen uitdrukkelijk in hun CAO te vermelden. Voor 2008 gaat het om een 60-tal sectoren, voor 2009 om een 80-tal.

De sectororganisaties riskeren nu hiervoor te worden beboet. De boete bedraagt 0,05 % van de bruto loonmassa en moet worden gestort in een fonds voor educatief verlof. De sectororganisaties zullen noodgedwongen deze boete moeten doorrekenen aan hun leden.

Een aantal geviseerde sectoren zijn elektriciens, garagehouders, zelfstandige kleinhandelaars, apothekers of begrafenisondernemers.

C. Voor vennootschappen en verenigingen

1. Belangenconflicten in een NV en een BVBA

Wanneer bestuurders of zaakvoerders geconfronteerd worden met een tegenstrijdig belang van vermogensrechtelijke aard, zijn er vrij strikte regels van toepassing.

Bij de NV is de procedure relatief eenvoudig. De raad van bestuur neemt kennis van het strijdig belang alvorens de verrichting goed te keuren. Het tegenstrijdige belang van de betrokken bestuurder en de verantwoording van het genomen besluit worden vermeld in de notulen van de raad van bestuur. Deze notulen worden vervolgens opgenomen in het jaarverslag. (art. 523 W. Venn.)

Bij een BVBA kan men daarentegen drie verschillende situaties onderscheiden.

Wanneer de vennootschap wordt bestuurd door een college van zaakvoerders verloopt de procedure op dezelfde wijze als in een NV. (art. 259 W. Venn.)

Als er geen college van zaakvoerders is moet de zaakvoerder die een tegenstrijdig belang heeft de vennoten hiervan in kennis stellen. Het besluit mag dan slechts worden genomen door een lasthebber ad hoc die hiertoe wordt aangesteld door de algemene vergadering. (art. 261 W. Venn.)

Als de zaakvoerder de enige vennoot is, kan hij de beslissing zelf nemen. Hij dient hierbij wel een bijzonder verslag op te stellen dat tegelijkertijd met de jaarrekening moet worden neergelegd. In dit verslag toont hij het belang van de vennootschap bij de verrichting aan te tonen. (art. 261 W. Venn.)

Elk van deze procedures heeft tot doel te vermijden dat bestuurders en zaakvoerders zich zouden verrijken ten nadele van de vennootschap.

2. Percentage notionele intrestaftrek aj. 2012

Met ingang van aanslagjaar 2012 (boekhoudingen afgesloten op 31 december 2011 of in 2012 voor 31 december) bedraagt het tarief van de notionele intrestaftrek 3,425 %. Voor KMO’s bedraagt het tarief 3,925 % (B.S. 17 januari 2011).

Voor het vorig aanslagjaar bedroeg het tarief inzake notionele intrestaftrek 3,80 % en 4,30 % voor KMO’s.

3. Intresten debet rekening/courant

Indien een bedrijfsleider aan zijn vennootschap goederen of gelden onttrekt (behalve in geval van de gewone opname van loon of dividenden), wordt er een schuld gecreëerd van de bedrijfsleider aan zijn vennootschap. Deze schulden worden doorgaans geboekt op het debet van de rekening courant.

Uiteraard zal de bedrijfsleider hierbij intrest verschuldigd zijn aan zijn vennootschap. Voor het aanslagjaar 2011 werd het percentage van deze intresten bepaald op tot 9,00 % (K.B. 7 februari 2011, B.S. 11 februari 2011). Voor het vorige aanslagjaar bedroeg deze intrest eveneens 10,30 %.

Indien er geen intrest wordt gerekend is dit een voordeel alle aard dat bij het loon gevoegd moet worden en op de fiches 281.20 moet worden opgenomen, zoniet riskeert de vennootschap een aanslag geheime commissielonen van 309 %.

4. Bedragen vrijwilligersvergoeding 2011

Organisaties zonder winstoogmerk (o.m. VZW’s) die een beroep doen op vrijwilligers kunnen, onder bepaalde voorwaarden, aan hun vrijwilligers een forfaitaire onkostenvergoeding geven.

Voor aanslagjaar 2012 (vergoedingen van 2011) bedraagt deze maximale vergoeding € 30,82 per dag (vorig jaar: € 30,22) en € 1.232,92 per jaar (vorig jaar: € 1.208,92).

Zolang per vrijwilliger deze grenzen niet overschreden worden, zijn de vergoedingen niet belastbaar en niet onderworpen aan RSZ. Het spreekt voor zich dat deze forfaitaire onkostenvergoeding in principe niet kan worden gecombineerd met een terugbetaling van werkelijk kosten op basis van kostennota’s.

5. Fiscus strenger met geheime commissielonen

Op 1 december 2010 publiceerde de administratie een nieuwe circulaire met betrekking tot de aanslag geheime commissielonen zoals voorzien in artikel 219 W.I.B. 1992.

De bijzondere aanslag geheime commissielonen is een heffing ten belope van 309 % in het kader van de vennootschapsbelasting voor gelden die de vennootschap verlaten zonder dat ze worden verantwoord middels individuele fiches en samenvattende opgaven. Het betreft hier o.m. commissies, makelaarslonen, handels – of andere restorno’s, toevallige of niet-toevallige vacatiegelden of erelonen, gratificaties, vergoedingen of voordelen van alle aard die voor de verkrijgers beroepsinkomsten zijn en alle bezoldigingen, pensioenen, renten of als zodanig geldende toelagen, betaald aan personeelsleden, bedrijfsleiders, gewezen personeelsleden en bedrijfsleiders en hun rechtverkrijgenden. Daarnaast wordt de aanslag geheime commissielonen ook toegepast voor niet-aangegeven winsten van de vennootschap.

Deze aanslag bestaat als een tijdje. De belangrijkste recente wijziging bestaat erin dat ook niet aangegeven voordelen van alle aard aanleiding kunnen geven tot de heffing van de aanslag van 309 %. Dit betekent dat ook zij moeten worden opgenomen op individuele fiches en samenvattende opgaven. Concreet gaat het hier om elk voordeel dat iemand uit hoofde  of naar aanleiding van zijn beroepswerkzaamheid verkrijgt, zoals daar o.m. zijn: gratis beschikking over een voertuig, een woning, internet -, GSM – of telefoonabonnement.

 

 
Bebotax BV
Steenweg Deinze 124 B
B-9810 Nazareth - Belgiƫ

+32 (0)9 384 93 39
webmaster@bebotax.com
RPR Gent afd. Gent - BTW BE 0438.569.761
Belangrijke informatie
Disclaimer
Laatst gewijzigd : 19/08/2025