A. Voor natuurlijke personen - eenmanszaken

1. Tussentijdse verhoging forfaitaire kilometervergoeding

De vergoedingen die worden toegekend aan werknemers wegens het gebruik van hun eigen auto, motorfiets of bromfiets voor beroepsmatige verplaatsingen, mogen volledig als een terugbetaling van eigen kosten van de werkgever worden aangemerkt indien zij niet meer bedragen dan de forfaitaire vergoeding die hiervoor door de staat aan zijn personeel wordt toegekend.

Sinds 1 juli 2005 is de aanpassing automatisch gekoppeld aan de evolutie van het indexcijfer. Deze forfaitaire vergoeding bedroeg € 0,3093 per kilometer voor de periode van 1 juli 2008 tot 30 juni 2009.

Om rekening te houden met de evolutie van de benzine – en dieselprijzen werd recentelijk de berekening van deze vergoeding aangepast (K.B. 21 november 2008, B.S. 1 december 2008) en wordt de forfaitaire vergoeding tussentijds verhoogd tot € 0,3169 per kilometer. Het nieuwe bedrag geldt retroactief vanaf 1 juli 2008.

2. Verdubbeling vrijstelling woonwerkverkeer

De tussenkomst van de werkgever in het woonwerkverkeer is met ingang van 1 januari 2009 vrijgesteld ten belope van
€ 250,00 (geïndexeerd € 350,00). Dit betreft een verdubbeling ten opzichte van de vorige jaren.

De vrijstelling wordt toegekend indien de werknemer met een ander vervoermiddel dan het openbaar vervoer naar het werk gaat (b.v. met een privé-wagen) en gebruik maakt van de aftrek van de forfaitaire beroepskosten (m.a.w. niet voor wie zelf zijn kosten bewijst).

3. Maximumbedrag pensioensparen 2009

Het maximumbedrag aan pensioensparen dat in de aangifte personenbelasting over de inkomsten van 2009 in aftrek kan worden gebracht, is verhoogd tot € 870,00. Voor het inkomstenjaar 2008 bedroeg het barema € 830,00.

4. Aftrekbare bedragen bezoldiging van huisbedienden

Natuurlijke personen kunnen onder bepaalde voorwaarden en binnen bepaalde grenzen 50 % van de bezoldigingen die ze aan een huisbediende betalen van hun totale netto-inkomen aftrekken.

De huisbediende moet hiervoor op het moment van zijn indiensttreding sedert ten minste zes maanden gerechtigd zijn tot uitkeringen als volledig werkloze of tot het bestaansminimum en onderworpen zijn aan de sociale zekerheid.

De bezoldigingen moeten voor het aanslagjaar 2009 ten minste € 3.250,00 bedragen en het maximale bedrag van de aftrek mag niet hoger zijn dan € 6.620,00.

B. Voor alle belastingplichtigen

1. Fiscale en sociale schulden aannemers

De Programmawet van 27 april 2007 heeft de regeling inzake aannemersregistratie en de inhoudingplicht van de opdrachtgevers grondig gewijzigd.

Voor de achtergrond met betrekking tot deze problematiek verwijzen wij naar onze nieuwsbrief van 8 februari 2008.

Voortaan zal de opdrachtgever steeds moeten nagaan of de aannemer met wie hij contracteert fiscale of sociale schulden heeft. Indien het antwoord op deze vraag bevestigend luidt, zal hij 15 % moeten inhouden en doorstorten aan de fiscus en 35 % aan de RSZ. De bedragen van de inhoudingen worden berekend op het factuurbedrag exclusief BTW.
De opdrachtgever dient dit na te gaan aan de hand van databanken bij de FOD Financiën en de FOD Sociale Zaken.
Doet de opdrachtgever dit niet, dan is hij zelf hoofdelijk aansprakelijk voor de sociale en fiscale schulden van de aannemer.

De sociale databank was reeds operationeel. Met ingang van 1 januari 2009 is tevens de fiscale databank operationeel.
De beide databanken kunnen worden geraadpleegd door het volgen van de link https://socialsecurity.be/site_nl/Applics/30bis/index.htm

2. Intracommunautaire BTW-listing maandelijks vanaf 2010

BTW-plichtigen die vrijgestelde intracommunautaire leveringen verrichten (m.a.w. leveringen aan een BTW-plichtige gevestigd in een andere Europese lidstaat), dienen per kwartaal een intracommunautaire listing op te stellen en in te dienen.

Vanaf 1 januari 2010 zullen deze BTW-plichtigen verplicht worden om deze intracommunautaire listing maandelijks in te dienen.

Er is evenwel voorzien in een uitzondering voor BTW-plichtigen die slechts voor geringere bedragen aan intracommunautaire leveringen doen. Zij blijven onderworpen aan de driemaandelijkse aangifteplicht, voor zover het totaalbedrag van de goederenleveringen per afnemer en intracommunautaire leveringen per begunstigde niet hoger is dan € 100.000,00 (vanaf 1 januari 2012 € 50.000,00) per kwartaal en voor de vier voorafgaande kwartalen.

3. Verlenging aanslag – en controletermijnen

De fiscus beschikt over een termijn van drie jaar om uw aangifte inzake inkomstenbelastingen te controleren en eventueel belasting na te vorderen. Deze termijn gaat in op 1 januari van het aanslagjaar (dus het jaar na het inkomstenjaar).
Deze termijn kon worden verlengd met twee jaar indien er aanwijzingen zijn van fraude. Onder fraude wordt begrepen een inbreuk op de bepalingen van het Wetboek Inkomstenbelastingen of haar uitvoeringsbesluiten die gedaan is met bedrieglijk opzet of met het oogmerk te schaden.

Met ingang van 29 december 2008 (Programmawet 22 december 2008, B.S. 29 december 2008) werd de termijn in geval van fraude verlengd tot vier jaar. In geval van fraude kan de fiscus dus nog controles uitvoeren en aanslagen vestigen tot zeven jaar na het inkomstenjaar.

Inzake BTW bestaan geen aanslagtermijnen, enkel verjaringstermijnen. Dezelfde Programmawet verlengt eveneens inzake BTW in geval van fraude de verjaringstermijn tot zeven jaar. 

De maatregel trad in werking op 29 december 2008. Ook de op die datum nog lopende aanslag – en verjaringstermijnen werden van vijf jaar op zeven gebracht.

4. Tarieven ondernemingsloket 2009

Vanaf 1 januari 2009 werden de officiële tarieven voor de ondernemingsloketten geïndexeerd.

De tarieven zijn voortaan de volgende:

- voor inschrijvingen van nieuwe ondernemingen, wijzigingen en schrappingen in de
Kruispuntenbank Ondernemingen: € 75,00

- voor opvragen van uittreksels uit de Kruispuntenbank Ondernemingen: € 11,00

5. BTW nieuwbouw 6 %

Er bestond reeds een verlaagd BTW-tarief van 6 % voor werken in onroerende staat voor renovatie – en verbouwingswerken aan privé-woningen van minstens 15 jaar oud. Deze maatregel is overigens tijdelijk en verloopt eind 2010.

Het Koninklijk Besluit van 10 februari 2009 (B.S. 13 februari 2009) voert nu ook voor de oprichting of verkoop van een nieuwbouw een tarief in van 6 % voor de eerste schijf van € 50.000,00. Alles boven deze schijf blijft onderworpen aan het gewone tarief van 21 %.

Het verlaagde tarief is echter onderworpen aan een aantal voorwaarden. Zo moet o.m. de afnemer verklaren dat hij het gebouw zal gebruiken als vaste privé-woning en dat hij er zijn domicilie zal hebben tot ten minste 31 december van het vijfde jaar na het jaar van eerste ingebruikneming van de woning. De aannemer of verkoper dient een kopie van deze verklaring te bekomen. De aannemer of verkoper moet op de factuur de referentie van deze verklaring vermelden en een kopie van de factuur toesturen aan het BTW-controlekantoor waaronder deze ressorteert.

De maatregel is tijdelijk en geldt slechts vanaf 1 januari 2009 tot en met 31 december 2009.

C. Voor vennootschappen en verenigingen

1. Intresten debet rekening/courant

Indien een bedrijfsleider aan zijn vennootschap goederen of gelden onttrekt (behalve in geval van de gewone opname van loon of dividenden), wordt er een schuld gecreëerd van de bedrijfsleider aan zijn vennootschap. Deze schulden worden doorgaans geboekt op het debet van de rekening courant.

Uiteraard zal de bedrijfsleider hierbij intrest verschuldigd zijn aan zijn vennootschap. Voor het aanslagjaar 2009 werd het percentage van deze intresten verhoogd tot 11,20 % (K.B. 3 februari 2009, B.S. 10 februari 2009).

Indien er geen intrest wordt gerekend is dit een voordeel alle aard dat bij het loon gevoegd moet worden en op de fiches 281.20 moet worden opgenomen, zoniet riskeert de vennootschap een aanslag geheime commissielonen van 309 %.

2. Nieuwe tarieven notionele intrestaftrek

Met ingang van aanslagjaar 2010 (boekhoudingen afgesloten op 31 december 2009 of in 2010 voor 31 december) bedraagt het tarief van de notionele intrestaftrek 4,473 %. Voor KMO’s bedraagt het tarief 4,973 % (B.S. 14 januari 2009).

Voor het vorig aanslagjaar bedroeg het tarief inzake notionele intrestaftrek 4,307 % en 4,807 % voor KMO’s
(B.S. 27 december 2007).

3. Inkoop eigen aandelen: verhoging tot 20 %

Met ingang van 1 januari 2009 (K.B. 8 oktober 2008, B.S. 30 oktober 2008) werden de regels voor de inkoop van eigen aandelen versoepeld. Ondernemingen kunnen nu tot 20 % (voorheen 10 %) van hun eigen aandelen inkopen. Bovendien kunnen de eigen aandelen worden ingekocht tot vijf jaar (voorheen 18 maanden) na de goedkeuring door de algemene vergadering.

4. Nieuwe regeling inbreng in natura

Het Koninklijk Besluit van 8 oktober 2008 (B.S. 30 oktober 2008) heeft de regels met betrekking tot inbreng in natura gedeeltelijk gewijzigd. 

Voorheen moest bij elke inbreng anders dan in geld een revisoraal verslag opgesteld worden. Dit blijft overigens als algemeen principe behouden.

In bepaalde omstandigheden is er echter niet langer een waardering door een bedrijfsrevisor vereist. Het gaat hier o.m. om inbreng van beursgenoteerde effecten, gewaardeerd tegen een gewogen gemiddelde van de drie voorafgaande maanden en andere vermogensbestanddelen die reeds in de voorgaande zes maanden een waardering door een bedrijfsrevisor hebben ondergaan met inachtneming van de algemeen aanvaarde normen en beginselen voor waardering.

Een waardering door een bedrijfsrevisor is echter nog steeds noodzakelijk indien de koers van het effect of de waarde van het vermogensbestanddeel werden beïnvloed door uitzonderlijke omstandigheden die tot een aanzienlijke wijziging van de waarde op de effectieve datum van de inbreng leiden.

Deze regeling geldt zowel voor NV’s, BVBA’s als CVBA’s en is van toepassing met ingang van 1 januari 2009.