A. Voor natuurlijke personen - eenmanszaken

1. Aanpassing van de forfaitaire kilometervergoeding vanaf 1 juli 2008

De vergoedingen die worden toegekend aan werknemers wegens het gebruik van hun eigen auto, motorfiets of bromfiets voor beroepsmatige verplaatsingen, mogen volledig als een terugbetaling van eigen kosten van de werkgever worden aangemerkt indien zij niet meer bedragen dan de forfaitaire vergoeding die hiervoor door de staat aan zijn personeel wordt toegekend.

Sinds 1 juli 2005 is de aanpassing automatisch gekoppeld aan de evolutie van het indexcijfer. Deze forfaitaire vergoeding bedraagt € 0,3093 per kilometer voor de periode van 1 juli 2008 tot 30 juni 2009.

Voor de voorafgaande periode van 1 juli 2006 tot 30 juni 2007 bedroeg deze vergoeding € 0,2940 per kilometer.
Wij verwijzen hiervoor naar onze nieuwsbrief jaargang 21, nr. 2 van 24 augustus 2007.

Het gaat hier om een minimale vergoeding, die kan worden toegekend zelfs als de werkelijke kost lager ligt.
Een hoger bedrag blijft evenwel mogelijk op voorwaarde dat wordt aangetoond dat het hogere bedrag overeenstemt met de werkelijke kostprijs per kilometer van het gebruikte voertuig. 

2. Gepensioneerden mogen meer bijverdienen

Wie een rust – of overlevingspensioen geniet, mag deze uitkering combineren met een beroepsactiviteit als zelfstandige of werknemer. Opdat men de volledige pensioenuitkering zou behouden, is het wel belangrijk dat dit beroepsinkomen bepaalde grenzen niet overschrijdt.

Met ingang van 1 januari 2008 worden deze grenzen door het K.B. van 18 juli 2008 (B.S. 5 augustus 2008) met 8 procent verhoogd voor wie jonger is dan 65 jaar en een overlevingspensioen geniet tot:

-       voor zelfstandigen zonder kinderlast: € 13.824,00 (voorheen € 12.800,00)

-       voor zelfstandigen met kinderlast:      € 17.280,00 (voorheen € 16.000,00)

Voor wie 65 jaar of ouder is en een rust – of overlevingspensioen geniet worden de inkomensgrenzen verhoogd tot:

-       voor zelfstandigen zonder kinderlast: € 17.149,19 (voorheen € 13.719,19)

-       voor zelfstandigen met kinderlast:       € 20.859,98 (voorheen € 16.687,98)

3. Dienstencheques

De dienstencheques hebben een enorm succes. Met deze dienstencheques kunt u thuis of buiten het huis huishoudelijke privé-taken laten uitvoeren. Wie gebruik wenst te maken van het systeem hoeft enkel de dienstencheques aan te kopen en te overhandigen aan de werknemer, die moet tewerkgesteld zijn door een erkende onderneming voor
buurtwerken of – diensten. Alle andere formaliteiten (b.v. arbeidsongevallenverzekering) worden afgehandeld door de erkende onderneming.

Per dienstencheque betaalt u € 7,00 (voorheen € 6,70). Per aangekochte cheque krijgt u daarenboven een belastingvermindering ten belope van 30 %. Werkt u als zelfstandige en wordt u moeder van een kind, dan hebt u sinds
1 mei 2007 recht op 105 cheques waarmee u voormelde diensten kan betalen. U krijgt de cheques gratis van uw sociaal verzekeringsfonds.

Teneinde misbruiken tegen te gaan heeft de overheid recent een aankoopplafond ingevoerd. Elke gebruiker mag voortaan niet meer dan 750 cheques per jaar kopen. Een aantal mensen kan evenwel tot 2000 cheques aankopen (erkende gehandicapten, ouders van gehandicapte kinderen, eenoudergezinnen met kinderen ten laste, …).

Het aankoopplafond wordt trouwens per echtgenoot bekeken. Dus de boodschap is: voor elke echtgenoot afzonderlijk een nummer aanvragen.

4. KBO Private Search beschikbaar

Vanaf heden kan iedereen die ingeschreven is in de Kruispuntenbank Ondernemingen (KBO) gebruik maken van de webtoepassing KBO Private Search. Deze is te vinden op volgende link:
https://kbo-bce-ps.economie.fgov.be/ps/kbo_ps/private/private_nl.html

Via deze toepassing hebben alle ondernemingen, zowel de natuurlijke als de rechtspersonen, de mogelijkheid om al hun gegevens te raadplegen die ingeschreven zijn in de KBO. In vookomend geval kan me ook de verbetering van bepaalde gegevens vragen. De KBO Private Search is beveiligd en vereist het gebruik van een burgertoken of een elektronische identiteitskaart.

5. Verhoging belastingvrije som vanaf aanslagjaar 2009

Met ingang van het aanslagjaar 2009 (inkomsten van het jaar 2008) wordt de belastingvrije som, hiermee bedoelt men de eerste schijf van het inkomen dat niet belast wordt, verhoogd met € 250,00 voor de inkomens die niet hoger zijn dan
€ 22.870,00 per jaar (Wet 8 juni 2008, B.S. 16 juni 2008). Voor deze belastingplichtigen zal de belastingvrije som aldus
€ 6.400,00 bedragen, i.p.v. € 6.150,00 voor de overige belastingplichtigen.

B. Voor alle belastingplichtigen

1. Data indiening fiscale aangiften

Hierbij geven wij u een overzicht met de indieningdata van uw fiscale aangiftes voor het aanslagjaar 2008
(inkomsten van het jaar 2007):

- aangifte personenbelasting:

De uiterste indieningdatum was 2 juli 2008. Indien uw aangifte echter elektronisch wordt ingediend via een beroepsbeoefenaar ( boekhouder ) die over een geldige volmacht beschikt mag deze aangifte ingediend worden tot
31 oktober 2008.

- aangifte vennootschapsbelasting:

De uiterste indieningdatum voor vennootschappen afgesloten op 31 december 2007 is 17 september 2008. Wie de aangifte elektronisch indient via Vensoc, dient dit te doen voor 8 oktober 2008.

- aangifte rechtspersonenbelasting:

De uiterste indieningdatum voor rechtspersonen (VZW’s) afgesloten op 31 december 2007 is 17 september 2008. Een elektronische indiening is vooralsnog niet mogelijk.

Voor de cliënten van Bebotax worden alle aangiften, waar mogelijk, elektronisch opgemaakt .

De BTW aangiften en opgaven worden trouwens al jaren elektronisch opgemaakt. 

2. Banksys – tankkaart wordt afgeschaft

Vele belastingplichtigen betalen hun tankbeurten met een Banksys bankkaart. Hiervoor ontvingen zij maandelijks een overzichtsfactuur op basis waarvan de betaalde BTW op de tankbeurten kon worden teruggevorderd.

Ten gevolge van de invoering van SEPA (Single European Payments Area) zal Atos Worldline (ex-Banksys) niet langer investeren in de ontwikkeling en ondersteuning van tankkaarten die via banken worden uitgegeven. Hierdoor zullen de meeste banken de tankkaart uit hun productengamma schrappen.

Het zal dus aangewezen zijn om op zoek te gaan naar alternatieven. Een mogelijk alternatief is het aanvragen van een tankkaart bij een tankstation. De meeste tankstations bieden deze service aan. Wij komen hier later uitgebreider op terug.

3. Verkorting bewaartermijn boekhoudkundige documenten

Overeenkomstig het K.B. van 12 september 1983 waren de ondernemingen ertoe gehouden om hun boeken gedurende tien jaar te bewaren. Ook in de BTW-regelgeving bestaat een dergelijke bepaling: de belastingplichtige dienen de boeken en bescheiden te bewaren gedurende een termijn van zeven jaar. In de praktijk betekende dit dat de documenten gedurende tien jaar moesten worden bewaard.

De wet van 8 juni 2008 (B.S. 16 juni 2008) zet de boekhoudkundige bewaringstermijn van tien jaar om in een termijn van zeven jaar, zodat deze gelijkloopt met de bewaringstermijn inzake BTW. De bewaringstermijn van zeven jaar begint te lopen op 1 januari die volgt na de afsluiting.

Het verdient echter, los van de wettelijke bewaartermijn, aanbeveling om bepaalde, zoniet alle, stukken toch langer te bewaren, zodat men ze in geval van geschillen, garanties en andere verbintenissen kan tegenwerpen aan derden. Dit kan, onder meer, gaan om investeringstabellen en contracten. Documenten met betrekking tot de bouw of aankoop van een onroerend goed, moeten sowieso wettelijk minstens 15 jaar bewaard worden, o.w.v.
de herzieningstermijn inzake BTW, die 15 jaar bedraagt.

C. Voor vennootschappen en verenigingen

1. Autokosten vanaf 1 april 2008

De programmawet  van 27 april 2007 (nieuw artikel 198 bis W.I.B. 1992) verving voor de vennootschappen de algemene aftrekbeperking van 75 % ten aanzien van kosten van personenwagens door een aftrekbeperking in functie van de
CO2-uitstoot van de wagen, zoals geïllustreerd in volgend schema:

Deze aftrekpercentages waren reeds van toepassing vanaf 1 april 2007 voor de nieuw aangeschafte bedrijfswagens.
Sinds 1 april 2008 zijn deze aftrekpercentages van toepassing op alle bedrijfswagens.

De aftrek in functie van de CO2-uitstoot is echter enkel van toepassing op vennootschappen.
Voor natuurlijke personen – eenmanszaken blijft de aftrekbeperking van 75 % van toepassing.

2. Holdings en meerwaarden op aandelen

Meerwaarden op aandelen zijn in principe belastingvrij. De fiscus doet echter al jaren moeilijk over de zogenaamde interne meerwaarden. Dit betreft de verkoop van de aandelen van de eigen werkvennootschap aan een zelf opgerichte holdingvennootschap. Naar het oordeel van de fiscus betreft dit een verrichting die het normaal beheer van het
privé-vermogen overstijgt en dus overeenkomstig artikel 90, 1° W.I.B. 1992 belast kan worden als een divers inkomen tegen een tarief van 33 %. De rechtspraak hieromtrent was allesbehalve eenduidig.

Het Hof van Cassatie stelde in haar arrest van 30 november 2006 echter dat, indien de verkoop van de aandelen als een divers inkomen beschouwd dient te worden, enkel het abnormaal gedeelte van de meerwaarde belastbaar is, m.a.w. hetgeen meer betaald wordt dan de werkelijke waarde.

De ministerraad wil echter n.a.v. de Europese Fusierichtlijn deze cassatierechtspraak ongedaan maken. Men stelt aldus een wetswijziging in het vooruitzicht waarbij de volledige meerwaarde belastbaar zou zijn en niet enkel het abnormale gedeelte.

Ook wanneer deze wetswijziging van kracht wordt, zal de fiscus nog steeds moeten aantonen dat de verkoop van de aandelen buiten het normaal beheer van het privé-vermogen valt. Slaagt zij daar niet in, dan blijft de meerwaarde vooralsnog onbelast.