Nieuwsbrief jaargang 21 # 3
Uitgebracht op : 30-10-2007A. Voor natuurlijke personen - eenmanszaken
1. Geen BTW-vrijstelling meer voor zelfstandige in bijberoep bouwsector
Artikel 56 van het BTW-wetboek voorziet dat zelfstandigen wiens jaaromzet een bepaald plafondbedrag niet overschrijdt voor een vrijstelling van BTW kunnen opteren. Zij dienen hierdoor zelf geen BTW aan te rekenen, trekken geen BTW af en moeten uiteraard geen periodieke BTW-aangiftes indienen.
Sinds 1 oktober 2007 kunnen zelfstandigen in bijberoep in de bouwsector echter niet langer genieten van deze
BTW-vrijstelling. Deze groep zal dus in de toekomst eveneens BTW-aangiftes moeten indienen.
2. Het laatste nieuws betreffende verzekering kleine risico’s van zelfstandigen
Zelfstandigen zijn door de betaling van hun kwartaalbijdragen enkel verzekerd voor de zogenaamde grote risico’s. Het gaat o.m. om de kosten van een verblijf in een ziekenhuis, heelkundige ingrepen, … Voor de kleine risico’s dienen de zelfstandigen zelf in te staan. Zij kunnen zich echter, op vrijwillige basis, afzonderlijk tegen deze kleine risico’s laten verzekeren.
Deze kleine risico’s zullen echter vanaf 1 januari 2008 volledig worden geïntegreerd in de sociale bijdragen voor zelfstandigen. De bijdragen die u dan als zelfstandige betaalt, zullen u recht geven op tegemoetkomingen voor zowel grote als kleine risico’s. Dit was sinds 1 juli 2006 trouwens al het geval voor startende zelfstandigen in hoofdberoep.
Dat de maatregel zal moeten worden gefinancierd door de zelfstandigen zelf is al duidelijk. De concrete uitwerking is er nog niet en zal er ook niet komen zolang er geen nieuwe regering is gevormd.
3. Forfaitaire beroepskosten voor burgemeesters en schepenen
De circulaire nr. Ci.RH.243/583.702 van 3 oktober 2007 legt de forfaitaire beroepskosten die burgemeesters, schepenen en O.C.M.W.-voorzitters overeenkomstig de bepalingen van nr. 51/39 Com.IB 92 van de bezoldigingen van hun mandaat mogen aftrekken, voor het inkomstenjaar 2007 als volgt vast:
EUR |
|
- voor een burgemeester |
5.791,65 |
- voor een schepen of een OCMW-voorzitter |
3.474,99 |
4. Beslag eigen woning zelfstandigen
Een zelfstandige die niet werkt via een vennootschap staat met zijn volledige privé-vermogen garant voor de betaling van zijn beroepsschulden. In het slechtste geval kan het voorkomen dat ook de woning van de zelfstandige in beslag wordt genomen ter betaling van deze schulden. De wet van 25 april 2007 houdende diverse bepalingen (B.S. 8 mei 2007) heeft echter met ingang van 9 juni 2007 een bescherming tegen beslag ingebouwd voor de woning van de zelfstandige.
De bescherming komt er evenwel niet automatisch. Om de bescherming te genieten dient men eerst een verklaring van onbeslagbaarheid bij de notaris af te leggen, die moet worden ingeschreven op het hypotheekkantoor.
Concreet betekent dit dat de woning niet kan worden in beslag genomen voor de betaling van beroepsschulden die zijn ontstaan na de inschrijving van de verklaring. Dit geldt o.m. voor schulden t.a.v. leveranciers, banken, BTW, RSZ.
De bescherming blijft eveneens van kracht na faillissement. Zelfstandigen waarbij het beroepsmatig gedeelte van hun woning meer dan 30 % van de totale oppervlakte bedraagt, kunnen enkel het private gedeelte beschermen.
B. Voor vennootschappen en verenigingen
1. Aangifte rechtspersonenbelasting in Staatsblad gepubliceerd
Op 11 oktober 2007 werd het model van de aangifte in de rechtspersonenbelasting aanslagjaar 2007 in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd. Het betreft de aangifte die de VZW’s jaarlijks aan de belastingdiensten dienen over te maken.
De belangrijkste nieuwigheid is dat de aangifte nu verplicht vergezeld dient te zijn van een jaarrekening, opgemaakt volgens de wettelijke criteria voor VZW’s.
Verwacht wordt dat de formulieren begin november zullen worden verzonden en de aangiftes voor 12 december 2007 moeten ingediend worden.
2. Tarieven notionele intrestaftrek aanslagjaar 2008
De tarieven voor de notionele intrestaftrek, waarbij een bepaald percentage van het eigen vermogen van de vennootschap als een fictieve intrest in mindering kan worden gebracht, zijn bekend voor het aanslagjaar 2008 (boekjaren afgesloten op 31/12/2007 of in de loop van het jaar 2008).
De nieuwe tarieven bedragen 3,781 % voor de grote vennootschappen (aj. 2007: 3,442 %) en 4,281 % voor
KMO-vennootschappen (aj. 2007: 3,942 %). Voor een uitgebreidere bespreking van de notionele intrestaftrek verwijzen wij graag naar onze nieuwsbrief nr. 20/3 van 17 november 2006.
C. Voor alle belastingplichtigen
1. LIMOSA voor u bekeken
Met ingang van 1 april werd een nieuw systeem ingevoerd voor de registratie van elke buitenlandse werknemer, zelfstandige of stagiair die tijdelijk of gedeeltelijk in België prestaties komt verrichten. De naam van het systeem is LIMOSA en zit vervat in de Programmawet van 27 december 2006 (B.S. 28 december 2006, 3de ed.).
Wie moet de melding doen?
Elke werknemer die normaal in het buitenland tewerkgesteld is of daar is aangeworven, maar tijdelijk of gedeeltelijk in België zal werken, moet, voor aanvang van de werkzaamheid in België, op elektronische wijze bij de RSZ aangegeven worden door de werkgever.
Een gelijkaardige verplichting geldt voor de zelfstandigen en de zelfstandige stagiairs. Zij zullen deze melding zelf moeten doen aan het RSVZ indien zij tijdelijk of gedeeltelijk in België werkzaamheden uitoefenen.
Het ontvangstbewijs dat de werkgever, zelfstandige of stagiair voor de melding krijgt moet hij kunnen voorleggen aan de opdrachtgever bij wie de tewerkstelling plaatsvindt. Indien de opdrachtgever of de eindgebruiker dit bewijs niet ontvangt, dient hij zelf de melding te doen.
Uitzonderingen
Op de meldingsplicht zijn er eveneens tal van uitzonderingen voorzien. Wij vermelden voor u de voornaamste. Geen melding is nodig voor:
- Internationale chauffeurs
- Assemblage en installatie van goederen door werknemers van de leverende onderneming, waarbij de duur van de werken niet meer dan 8 dagen mag bedragen
- gespecialiseerde technici die onderhouds – of reparatiewerken uitvoeren aan apparatuur die door hun buitenlandse werkgever werd geleverd, waarbij hun verblijf in België niet meer dan 5 dagen mag bedragen
- deelname aan wetenschappelijke congressen of vergaderingen in beperkte kring, waarbij het verblijf in België niet meer dan 5 dagen per maand bedraagt
- overheidspersoneel
- leden van een diplomatieke of consulaire zending
- deelnemers aan internationale sportwedstrijden, evenals scheidsrechters, begeleiders, officiële vertegenwoordigers, personeelsleden en alle andere personen erkend door internationale of nationale sportfederaties, waarbij het verblijf in België niet langer mag zijn dan de duur van de sportproef en hoogstens 3 maanden per kalenderjaar bedraagt.
- Artiesten met internationale faam en hun begeleiders, waarbij hun verblijf in België niet meer mag bedragen dan 21 dagen per kwartaal
- Vorsers en leden van wetenschappelijke teams waarbij hun verblijf in België niet meer dan 3 maanden per kalenderjaar mag bedragen.
Een melding is evenmin vereist indien de opdrachtgever of eindgebruiker een natuurlijke persoon is en de tewerkstelling voor strikte privé-doeleinden plaatsvindt.
Duur van de melding
De melding is steeds geldig voor de voorziene duur van de detachering in België. Als het verblijf in België langer duurt dan voorzien, moet een nieuwe melding gebeuren voor het einde van de originele duur. Voor personen die regelmatig werkzaamheden uitoefenen in België (naast een of meer andere landen) is er een meer algemene melding voorzien, zodat zij niet voor elk afzonderlijk verblijf gemeld moeten worden. De duur van deze melding bedraagt maximaal 12 maanden.
Gevolgen van de melding en sancties
Gedurende een nog vast te stellen termijn zal de werkgever die deze elektronische melding uitvoert vrijgesteld zijn van het opstellen en bijhouden van bepaalde sociale documenten, zoals het arbeidsreglement, de individuele rekening en de loonafrekening.
Bij niet-naleving van de meldingsplicht zijn boetes en strafsancties voorzien. De boetes kunnen oplopen tot € 6.250,00.
Meer informatie over deze LIMOSA-meldingsplicht kan u bekomen op de site www.limosa.be.
2. Fiscale bemiddeling
Als de belastingplichtige, voornamelijk na een controle, niet akkoord gaat met de aanslag die de fiscus vestigt, kan hij daartegen in bezwaar gaan bij de gewestelijke directeur van belastingen. Vaak vormt dit echter een probleem omdat de directeur, die over het bezwaarschrift beslist, eigenlijk zelf een partij is in het geschil, waarbij het vaak onmogelijk is een compromis te vinden. In dit geval zal de belastingplichtige een beroep moeten doen op de rechtbank van eerste aanleg.
Om hieraan te verhelpen wil de wet van 25 april 2007 houdende diverse bepalingen (B.S. 8 mei 2007) een fiscale bemiddelingsdienst in het leven roepen. Het is de bedoeling dat de belastingschuldige, eens het bezwaar is ingediend, een aanvraag tot bemiddeling kan indienen bij de fiscale bemiddelingsdienst. Deze dienst zal dan trachten de standpunten van de partijen te verzoenen. Opdat een aanvraag tot bemiddeling ontvankelijk zou zijn moet de aanvrager wel kunnen tonen dat hij een poging heeft gedaan om tot een akkoord te komen met de fiscus.
Door de aanslepende regeringsvorming heeft de aanstelling van de leden van de fiscale bemiddelingsdienst echter vertraging opgelopen. Via een voorlopige oplossing zal de burger evenwel vanaf 1 november 2007 zijn aanvragen tot bemiddeling kunnen indienen op het volgende adres:
FOD Financiën – Contactcenter – Fiscale bemiddelingsdienst
North Galaxy – Koning Albert II-laan 33/230
1030 Brussel
e-mail: fiscaal.bemiddelaars@minfin.fed.be
Fax : 0257/966.19
3. Elektronische aangifte in de BTW en de bedrijfsvoorheffing verplicht
Het Koninklijk Besluit van 31 januari 2007 (B.S. 27 februari 2007) voert voor de ondernemingen de verplichting in hun periodieke BTW-aangiftes elektronisch aan de belastingdienst over te maken. De invoering zal trapsgewijs gebeuren. Voor de grote ondernemingen ging de verplichting in op 1 juli 2007, voor de middelgrote ondernemingen wordt dat 1 januari 2008 en voor de overige ondernemingen 1 januari 2009. Voor de cliënten van Bebotax wordt de BTW-aangifte overigens reeds jaren elektronisch opgemaakt.
Een zelfde verplichting zal ook worden ingevoerd voor de werkgevers en andere schuldenaars van de bedrijfsvoorheffing voor wat betreft de aangiften in de bedrijfsvoorheffing en het opmaken van de fiches 281.10 en de samenvattende opgaven. Schuldenaars van de bedrijfsvoorheffing voor een bedrag hoger dan € 100.000,00 dienen elektronisch aangifte te doen vanaf 1 januari 2008, de overige vanaf 1 januari 2009.
Steenweg Deinze 124 B
B-9810 Nazareth - Belgiƫ
+32 (0)9 384 93 39
webmaster@bebotax.com
RPR Gent afd. Gent - BTW BE 0438.569.761