Nieuwsbrief jaargang 20 # 2

Uitgebracht op : 18-08-2006

A. Voor alle belastingplichtigen

1. Data indiening fiscale aangiften

Hierbij geven wij u een overzicht met de indieningsdata van uw fiscale aangifte(s):

-          aangifte personenbelasting :

De uiterste datum van indiening was 19 juli 2006. Indien uw aangifte echter

wordt ingediend via een beroepsbeoefenaar (boekhouder) die over een geldige

volmacht beschikt mag deze aangifte ingediend worden tot 31 oktober 2006.

-          aangifte vennootschapsbelasting :

De uiterste datum van indiening voor de vennootschappen die afsluiten per 31 december 2005 en per 31 maart 2006
is 29 september 2006.

-          aangifte rechtspersonenbelasting (VZW’s):

Het aangifteformulier werd reeds gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 10 augustus 2006.
De uiterste indieningsdatum werd hiervoor op 31 oktober 2006 vastgesteld.

2. Verplichte identificatie van economische rechthebbenden

De Wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme (“Witwaswet”), zoals gewijzigd door de Wet van 12 januari 2004 (B.S. 23 januari 2004), verplicht de beroepsbeoefenaars  (boekhouders-fiscalisten, accountants, belastingconsulenten, bedrijfsrevisoren) zich te vergewissen van de identiteit van de cliënten waarmee zij zakenrelaties aanknopen.

Concreet betekent dit dat er systematisch naar kopies gevraagd wordt van de identiteitkaart van cliënten-natuurlijke personen en bestuurders, zaakvoerders en aandeelhouders van rechtspersonen. Dit geldt tevens voor buitenlandse cliënten.

De nieuwe elektronische identiteitskaart volstaat hier trouwens niet langer toe. Om te voldoen aan de identificatieplicht zullen wij ook nood hebben aan een kopie van de afdruk met de adresgegevens van de betrokken personen, die wordt afgeleverd door het gemeentebestuur samen met de elektronische identiteitskaart. 

3. Gemeentebelastingen: formulering

Zelfstandige ondernemers brengen in toenemende mate hun activiteiten in vennootschappen onder, waardoor zij in de regel minder personenbelasting betalen. Voor de gemeenten heeft dit tot gevolg dat zij de aanvullende personenbelasting mislopen. Om dit budgettair te compenseren voeren steeds meer gemeenten een gemeentebelasting in op vennootschappen.

De Raad van State vernietigde onlangs echter in haar arrest van 27 juni 2006 een dergelijk belastingreglement van de gemeente Zulte, omdat de belasting een niet-verantwoorde discriminatie inhield tussen bedrijven in vennootschapsvorm en niet-vennootschappelijke bedrijven.

Gemeenten doen er dus goed aan om bij de invoering van belastingen voldoende aandacht te besteden aan de formulering ervan, teneinde te vermijden dat hun belastingreglement vernietigd zou kunnen worden.

4. Verlenging bezwaartermijn inzake inkomstenbelastingen

De hervorming van de fiscale procedure in 1999 had de termijn om in bezwaar te gaan tegen een foutief gevestigde fiscale aanslag teruggebracht van zes maanden tot drie maanden vanaf de verzending van het aanslagbiljet.

De Programmawet van 20 juli 2006 (B.S. 28 juli 2006, 2de ed.) heeft deze bezwaartermijn met ingang van 1 augustus 2006 opnieuw tot zes maanden opgetrokken.

Voor de reeds lopende bezwaartermijnen werd in een overgangsregeling voorzien. Indien de reeds lopende bezwaartermijn volgens de oude regeling van drie maanden nog niet verlopen is op 1 augustus 2006, wordt de nieuwe termijn van zes maanden onmiddellijk van toepassing. Bezwaartermijnen die reeds voor 1 augustus 2006 waren verstreken, blijven definitief verstreken.

B. Voor natuurlijke personen - eenmanszaken

1. Belastingvermindering voor energiebesparende investeringen

Uitgaven voor energiebesparende maatregelen in uw woning zorgen niet alleen voor een lagere energiefactuur.
Sommige uitgaven die u hiervoor maakt geven tevens recht op een belastingvermindering. (artikel 145/24 W.I.B. 1992)

De uitgaven die hiervoor in aanmerking komen zijn, onder meer, het vervangen van oude stookketels, plaatsing van dubbele beglazing, isolatie van daken en investeringen in zonne-energie. De uitgaven moeten gebeuren in een woning, d.w.z. een huis, appartement of een studio. Uitgaven voor kamers in gemeenschappelijke gebouwen (b.v. ziekenhuis, studentenkamers) komen niet in aanmerking.

Nieuw sinds aanslagjaar 2006 (inkomsten 2005) is dat niet alleen de eigenaar, maar ook de huurder aanspraak kan maken op de belastingvermindering.

De belastingvermindering bedraagt 40 % op de gedane uitgaven. Het totale bedrag dat in mindering kan worden gebracht is evenwel beperkt per jaar en per woning.

Voor aanslagjaar 2006 (ink. 2005) bedraagt het maximale bedrag € 750,00 voor bestaande woningen en € 620,00 voor woningen in aanbouw en nieuwbouw.

Voor aanslagjaar 2007 (ink. 2006) wordt dit onderscheid niet langer gemaakt en wordt het maximaal aftrekbare bedrag voor elke woning opgetrokken tot €1.280,00.

2. Aftrek van kosten voor kinderoppas

Uitgaven die u doet voor kinderopvang geven recht op een fiscale aftrek. De regeling van de aftrek is met ingang van aanslagjaar 2006 (ink. 2005) gewijzigd. Het maximale aftrekbare bedrag is € 11,20 per oppasdag en per kind.

De nieuwe voorwaarden waaraan de uitgaven moeten voldoen zijn de volgende (artikel 113 W.I.B. 1992):

-          De uitgaven hebben betrekking op een kind jonger dan twaalf jaar;

-          De uitgaven hebben betrekking op het vergoeden van kinderoppas buiten de normale lesuren tijdens dewelke het kind onderwijs volgt;

-          De belastingplichtige verkrijgt beroepsinkomsten ;

-          De uitgaven zijn betaald aan bepaalde instellingen of opvangvoorzieningen. Het gaat om de instellingen erkend, gesubsidieerd of gecontroleerd door Kind en Gezin, lokale openbare besturen, openbare besturen van de gemeenschappen of gewesten, kleuter – en lagere scholen

-          De echtheid en het bedrag van de uitgaven worden verantwoord door bewijsstukken die bij de aangifte zijn gevoegd. Hiervoor wordt idealiter een attest bij de aangifte gevoegd vanwege de opvanginstelling.

3. Aanpassing van de forfaitaire kilometervergoeding vanaf juli 2006

De vergoedingen die worden toegekend aan werknemers wegens het gebruik van hun eigen auto, motorfiets of bromfiets voor beroepsmatige verplaatsingen, mogen volledig als een terugbetaling van eigen kosten van de werkgever worden aangemerkt indien zij niet meer bedragen dan de forfaitaire vergoeding die hiervoor door de staat aan zijn personeel wordt toegekend.

De circulaire nr. Ci.RH.241/579.547 van 20 juli 2006 bepaalt deze forfaitaire vergoeding op € 0,2903 per kilometer voor de periode van 1 juli 2006 tot 30 juni 2007.

Voor de voorafgaande periode van 1 juli 2005 tot 30 juni 2006 bedroeg deze vergoeding € 0,2841 per kilometer.
Wij verwijzen hiervoor naar onze nieuwsbrief jaargang 19, nr. 2 van 14 augustus 2005.

Het gaat hier om een minimale vergoeding, die kan worden toegekend zelfs als de werkelijke kost lager ligt. Een hoger bedrag blijft evenwel mogelijk op voorwaarde dat wordt aangetoond dat het hogere bedrag overeenstemt met de werkelijke kostprijs per kilometer van het gebruikte voertuig. 

4. Forfaitaire beroepskosten voor burgemeesters en schepenen

De circulaire nr. Ci.RH.243/575.286 van 11 mei 2006 legt de forfaitaire beroepskosten die burgemeesters, schepenen en O.C.M.W.-voorzitters overeenkomstig de bepalingen van nr. 51/39 Com.IB 92 van de bezoldigingen van hun mandaat mogen aftrekken, voor het inkomstenjaar 2006 als volgt vast:

 

EUR

- voor een burgemeester

5.677,28

- voor een schepen of een OCMW-voorzitter

3.406,37

C. Voor vennootschappen en verenigingen

1. Persoonlijke aansprakelijkheid van bestuurders van vennootschappen voor de betaling van BTW en bedrijfsvoorheffing

De Programmawet van 20 juli 2006 (B.S. 28 juli 2006, 2de ed.) voert, met ingang van 28 juli 2006, een persoonlijke en hoofdelijke aansprakelijkheid in voor bestuurders van vennootschappen voor de betaling van de BTW en de bedrijfsvoorheffing. Voor de bedrijfsvoorheffing maakt de wet overigens geen onderscheid tussen bedrijfsvoorheffing voor bestuurders en zaakvoerders en bedrijfsvoorheffing voor werknemers.

Op het vlak van de bedrijfsvoorheffing wordt hiertoe een nieuw artikel 442quater in het Wetboek van de Inkomsten belastingen ingevoegd. Voor de BTW wordt een nieuw artikel 93undecies C in het BTW-wetboek ingevoegd.

De betrokken bestuurder zal zelf moeten instaan voor de betaling van de bedrijfsvoorheffing en van de BTW indien de niet-betaling door de vennootschap voortvloeit uit een tekortkoming die te wijten is aan een fout van de bestuurder in kwestie, wat de administratie dan zal dienen te bewijzen. Bij herhaalde niet-betaling ontstaat echter een vermoeden van fout, zodat de bewijslast wordt omgekeerd.

De belastingadministratie is er evenwel toe gehouden om de bestuurder in kwestie ten minste 1 maand op voorhand in kennis te stellen van haar voornemen om de belasting op het privé-vermogen van de bestuurder in te vorderen. Het is de administratie wel toegelaten intussen bewarende maatregelen te nemen ten laste van dit vermogen. 

2. Vennootschapsbijdrage voor niet-actieve vennootschappen

Elke vennootschap dient verplicht aan te sluiten bij een sociaal verzekeringsfonds en dient jaarlijks een vennootschapsbijdrage te betalen. Voor het jaar 2006 zijn de bijdragen ongewijzigd gebleven t.o.v. vorig jaar en bedragen aldus:

-          Voor vennootschappen met een balanstotaal in 2004 tot € 532.022,59:             € 347,50

-          Voor vennootschappen met een balanstotaal in 2004 boven € 532.022,59:     € 852,50

Uitzonderlijk is het mogelijk dat een vennootschap in haar jaar van oprichting geen vennootschapsbijdrage dient te betalen. Dit is het geval indien er in dat jaar nog geen effectieve activiteiten werden gevoerd. Er zal dan moeten blijken uit de Kruispuntenbank Ondernemingen dat er voor het betrokken jaar nog geen enkele BTW-activiteit werd uitgeoefend.

Als een vennootschap zich in ontbinding, vereffening of faillissement bevindt, dient er voor het betrokken jaar evenmin nog vennootschapsbijdrage te worden betaald. Let wel: Indien de bijdrage reeds is betaald alvorens deze omstandigheid zich voordoet, kan zij niet meer worden teruggevorderd.

 
Bebotax BV
Steenweg Deinze 124 B
B-9810 Nazareth - Belgiƫ

+32 (0)9 384 93 39
webmaster@bebotax.com
RPR Gent afd. Gent - BTW BE 0438.569.761
Belangrijke informatie
Disclaimer
Laatst gewijzigd : 12/07/2023