Nieuwsbrief jaargang 20 # 1
Uitgebracht op : 05-05-2006A. Voor alle belastingplichtigen
1. Fiscale regularisatie
De programmawet van 27 december 2005 (B.S. 30 december 2005, tweede editie) voorziet in een permanente maar eenmalige mogelijkheid om niet-aangegeven inkomsten te regulariseren en dit door de betaling van de normaal verschuldigde belasting.
In tegenstelling tot de vorige fiscale amnestie-maatregel (de EBA – eenmalige bevrijdende aangifte) staat deze fiscale regularisatie tevens open voor vennootschappen. Naast de personen – en vennootschapsbelasting geldt de maatregel eveneens voor de BTW.
Niet-aangegeven beroepsinkomsten en BTW-handelingen zullen alsdan belast worden aan het normale belastingtarief.
De overige inkomsten worden eveneens belast aan het normaal tarief, maar dit slechts voor zover de aangifte ten laatste op 30 juni 2006 wordt ingediend. Een latere indiening brengt een boete met zich mee. Deze boete bedraagt 5 % indien de aangifte wordt ingediend voor 31 december 2006 en 10 % voor alle aangiften daarna.
Voor deze nieuwe fiscale regularisatie is het belangrijk te benadrukken dat elke belastingplichtige slechts 1 keer over deze mogelijkheid beschikt.
2. Nieuwe fiscale definitie lichte vrachtwagen
In België genieten auto’s voor goederenvervoer een fiscaal gunstiger regime dan personenauto’s, auto’s voor dubbel gebruik en minibussen. In het verleden liet de belastingplichtige daarom vaak een voertuig inschrijven als lichte vrachtwagen en genoot op die manier een gunstige fiscale regeling die eigenlijk niet voor het voertuig was bedoeld (men denkt dan voornamelijk aan jeeps, monovolumes, …)
Met ingang van 1 januari 2006 is er aldus een nieuwe fiscale definitie ingevoerd van het begrip lichte vrachtwagen.
Wij halen hier de belangrijkste punten aan.
Het belangrijkste criterium is de verhouding van de lengte van de laadruimte ten opzichte van de wielbasis
(afstand tussen de twee assen).
De voertuigen van het type pick-up zullen fiscaal steeds als lichte vrachtauto’s beschouwd worden, ongeacht hun configuratie.
Voor de bestelwagens wordt het volgende onderscheid gemaakt:
1) Bestelwagens met 1 rij zetels:
- De laadruimte moet afgesloten zijn van de passagiersruimte met een tussenschot van minstens 20 cm of door de rugleuning van de enige rij zetels
- De lengte van de laadruimte moet minstens 50 % bedragen van de wielbasis en over haar hele oppervlak bestaan uit een vaste horizontale laadvloer zonder verankeringspunten voor bijkomende banken, zetels of veiligheidsgordels
2) Bestelwagens met 2 rijen zetels:
Hier geldt nog de bijkomende voorwaarde dat de laadruimte volledig dient afgesloten te zijn van de passagiersruimte door een niet-afneembare, ononderbroken scheidingswand uit een hard materiaal
Voortaan zal dus deze definitie van lichte vrachtwagen gelden, ongeacht hoe het voertuig bij de inverkeerstelling is ingeschreven.
3. Verlenging bezwaartermijn
Tot aan de hervorming van de fiscale procedure in 1999 beschikte de belastingplichtige over een termijn van zes maanden om bezwaar in te stellen tegen een aanslag in de personen – en vennootschapsbelasting. De wet van 15 maart 1999 houdende hervorming van de fiscale procedure bracht deze termijn terug tot drie maanden, hetgeen in de praktijk zeer kort bleek voor het opstellen van een onderbouwd bezwaarschrift.
Vorige maand gaf de Staatssecretaris voor de fiscale fraude Hervé Jamar te kennen dat in een nieuwe programmawet deze termijn opnieuw op zes maanden wordt gebracht. De maatregel zou van kracht worden op 1 juni of 1 juli, afhankelijk van het ogenblik waarop het parlement het ontwerp goedkeurt.
4. BTW – aftrekbaarheid bij vervangwagens
De BTW geheven over kosten met betrekking tot personenauto’s is in beginsel slechts voor 50 % aftrekbaar. Hierop zijn echter een aantal uitzonderingen. Een daarvan is de BTW op voertuigen die worden gebruikt voor verhuring. Er bestond lange tijd discussie of deze uitzondering ook gold voor vervangwagens die een garagehouder ter beschikking stelde van zijn cliënteel.
Met ingang van 1 januari 2006 is deze discussie ten eind. Een wetswijziging stelt nu duidelijk dat de BTW op kosten van vervangwagens slechts voor 50 % kan worden afgetrokken.
B. Voor natuurlijke personen - eenmanszaken
1. Indieningstermijnen aangiften personenbelasting aanslagjaar 2006
Uit een persbericht van de Minister van Financiën van 24 april 2006 blijkt dat de uiterste indieningsdatum van de aangifte in de personenbelasting voor het aanslagjaar 2006 is vastgelegd op 19 juli 2006. Mandatarissen (boekhouders e.a.) krijgen evenwel tot 31 oktober 2006 om de aangifte in de personenbelasting van hun cliënten online via tax-on-web in te vullen en in te dienen.
2. Nieuwe tarieven investeringsaftrek aanslagjaar 2007
De tarieven inzake investeringsaftrek zijn opgetrokken voor het aanslagjaar 2007, inkomsten van het jaar 2006. In het stelsel van de investeringsaftrek kan de belastingplichtige die investeert in nieuwe (dus geen tweedehandse) materiële en immateriële vaste activa, een bepaald percentage van deze investering in aftrek brengen van zijn belastbaar inkomen.
Tot en met aanslagjaar 2006, inkomsten van het jaar 2005, bedroeg dit percentage 3,5 %. Dit percentage is nu opgetrokken naar 4,5 %.
Belastingplichtigen die minder dan 20 werknemers tewerkstellen, kunnen er bovendien voor kiezen om deze aftrek te spreiden over de afschrijvingsduur van de investering en elk jaar een percentage van de afschrijving op de investering van hun belastbaar inkomen af te trekken. Tot en met aanslagjaar 2006 bedroeg het percentage voor deze gespreide aftrek 10,5 %. Dit percentage is nu opgetrokken naar 11,5 %.
Wij herinneren er aan dat naar aanleiding van de invoering van de notionele intrestaftrek vanaf aanslagjaar 2007, de investeringsaftrek voor de vennootschappen op nul is gezet. De nieuwe tarieven inzake investeringsaftrek zijn dus enkel nog van toepassing voor eenmanszaken.
3. Belastingkrediet internetpakket
De wet van 27 december 2005 (B.S. 10 februari 2006) heeft tot doel aan iedereen de mogelijkheid te verschaffen over een PC en internet te beschikken. Tot dat doel voert deze wet een nieuw belastingkrediet in voor aankoop van een “pakket internet voor iedereen”. Het komt erop neer dat de 21 % BTW die werd voldaan over de aankoop van een erkend “internetpakket” (PC en internetaansluiting) aan de belastingplichtige zal worden teruggegeven in de vorm van een terugbetaalbaar belastingkrediet in de personenbelasting.
Het maximumbedrag van het belastingkrediet bedraagt € 147,50 voor een desktop-PC en € 172,00 voor een laptop.
Het spreekt voor zich dat men geen aanspraak kan maken op dit voordeel wanneer men reeds de PC en internetaansluiting als beroepskosten inbrengt.
4. Belastingvermindering voor aankoop woning
Sedert 1 januari 2005 is een nieuwe regeling van kracht voor wie een hypothecaire lening aangaat om zijn enige woning te kopen, te bouwen of te renoveren. Voor de uitgaven gemaakt in 2006 is de regeling nog gunstiger dan het jaar voordien. We zetten de belangrijkste punten op een rijtje.
Het maximale aftrekbare bedrag van intresten, kapitaalsaflossingen en eventueel schuldsaldoverzekeringspremie bedraagt voor aanslagjaar 2007 € 1.920,00 per belastingplichtige. Dit bedrag wordt nog verhoogd met € 640,00 gedurende de eerste tien belastbare tijdperken en met € 60,00 wanneer de belastingplichtige minstens drie kinderen ten laste heeft.
Daarnaast wordt de maximale belastingvermindering voor energiebesparende investeringen voor aanslagjaar 2007 opgetrokken tot € 1.280,00. Nieuw is dat nu ook het onderhoud van stookketels in aanmerking komt voor deze belastingvermindering.
C. Voor vennootschappen en verenigingen
1. VZW en vennootschapsbelasting
Een vereniging zonder winstoogmerk is, als groepering die geen winst nastreeft, in beginsel onderworpen aan de rechtspersonenbelasting en niet aan de vennootschapsbelasting. Concreet komt dit er meestal op neer dat zij geen belastingen betaalt op een eventueel resultaat.
De VZW is echter enkel onderworpen aan de rechtspersonenbelasting indien zij geen onderneming exploiteert en zich niet bezighoudt met verrichtingen van winstgevende aard. Is dit wel het geval, dan wordt de VZW toch onderworpen aan de vennootschapsbelasting.
In het licht van de nieuwe boekhoud – en openbaarmakingsregels voor VZW’s zal de fiscus over meer mogelijkheden beschikken om te onderzoeken of VZW’s al dan niet ten onrechte aan de rechtspersonenbelasting werden onderworpen.
2. Afschaffing aandelen aan toonder
Volgens het huidige Belgische vennootschaprecht wordt inzake aandelen een onderscheid gemaakt tussen aandelen op naam en aandelen aan toonder.
In een BVBA zijn de aandelen verplicht op naam. Deze aandelen worden niet gedrukt en het is enkel uit het aandeelhoudersregister dat blijkt wie de aandeelhouders van de vennootschap zijn. Bij aandelen op naam weet de vennootschap dus op elk moment wie haar aandeelhouders zijn.
In een NV kunnen de aandelen zowel op naam als aan toonder zijn. Een aandeel aan toonder is wel degelijk een gedrukt papier en degene die dit papier kan voorleggen wordt geacht aandeelhouder van de vennootschap te zijn.
Dergelijke aandelen zijn eenvoudig bij handgift overdraagbaar en het is voor de vennootschap dan ook niet altijd evident om te weten wie haar aandeelhouders zijn en zij genieten daardoor van een hoge anonimiteit.
In het kader van de strijd tegen fiscale fraude, witwassen van geld en zelfs op het vlak van de financiering van het terrorisme voorziet de wet van 14 december 2005 (B.S. 23 december 2005) in de geleidelijke afschaffing van deze effecten aan toonder.
Hiervoor zal de volgende overgangsregeling gelden:
- Vanaf 1 januari 2008 zal men geen nieuwe toondereffecten meer kunnen uitgeven
- De reeds uitgegeven effecten moeten voor 31 december 2012 of 31 december 2013 omgezet
worden in effecten op naam
- Na het verstrijken van deze termijn worden de effecten automatisch omgezet
Steenweg Deinze 124 B
B-9810 Nazareth - Belgiƫ
+32 (0)9 384 93 39
webmaster@bebotax.com
RPR Gent afd. Gent - BTW BE 0438.569.761