Vele werknemers/ bedrijfsleiders krijgen kosteloos een GSM, laptop, internetverbinding, … ter beschikking van de werkgever. Mogen zij deze ook voor privédoeleinden gebruiken, dan wordt de terbeschikkingstelling als een voordeel in natura beschouwd en bijgevolg privé belastbaar.

Met ingang van 1 januari 2018 (KB 2 november 2017, BS 13 november 2017 en circulaire 2017/C/82
van 13 december 2017) werd het huidige systeem gemoderniseerd. Voorheen hield de wetgever immers geen rekening met bijvoorbeeld tablets en had men ook geen idee hoe men een smartphone diende aan te rekenen als voordeel. 

Met ingang van 1 januari 2018 werden de bedragen aangepast aan de huidige waarde van de terbeschikkingstelling. Daarnaast is het zo dat de RSZ en FOD Financiën voortaan dezelfde bedragen hanteren wat voordien evenmin het geval was. In onderstaande tabel worden de bedragen schematisch voorgesteld.

* Dit bedrag is vaststaand ongeacht het aantal ter beschikking gestelde internetverbindingen.

Voor een vaste of mobiele PC bedraagt het forfait vanaf 1 januari 6,00 euro per maand of 72,00 euro per jaar.
Indien meerdere toestellen ter beschikking worden gesteld dan moet het voordeel per toestel worden aangerekend.
Hierbij is het mogelijk dat er een internetaansluiting ter beschikking wordt gesteld (60,00€ per maand of 5,00€ per maand).

Voorbeeld:

Er wordt een PC ter beschikking gesteld van de werknemer, dit zorgt ervoor dat maandelijks een bedrag van 6,00€ moeten worden aangerekend als voordeel. Krijgt hij of zij daarbij nog een internetaansluiting dan komt hier maandelijks 5,00€ bij.
In totaal bedraagt het voordeel dan 11,00€ per maand.

Stel dat de werknemer twee laptops en een vaste pc, elk met internetaansluiting privé kan gebruiken. In dit geval zal driemaal een voordeel van alle aard voor de laptops/ vaste pc moeten worden gerekend. Dit komt dan neer op 18,00€ per maand.
Voor de internetaansluiting wordt het voordeel slechts eenmaal aangerekend, ongeacht het aantal aansluitingen.
Dit betekent dat hier maandelijks een voordeel van 5,00€ en dus niet van 15,00€ wordt gerekend.

Voorheen bestond er geen forfait voor een tablet, gsm of smartphone. Het voordeel werd berekend aan de hand van de werkelijke waarde. Dit was echter achterhaald, de wetgever voorziet nu in een forfait van 36 euro per toestel per jaar.
Vanaf kalenderjaar 2018 wordt er met betrekking tot een telefoon een opsplitsing gemaakt tussen een bedrag voor het toestel en een bedrag voor het telefoonabonnement (48,00€ per jaar of 4,00€ per maand) en eventueel een mobiele internetaansluiting (60,00€ per jaar of 5,00€ per maand).  

Voorbeeld:

Stel de werknemer krijgt een smartphone van de werkgever met inbegrip van een telefoonabonnement en mobiele data. Maandelijks zal het voordeel dus 12,00€ bedragen, bestaande uit 3,00€ voor het toestel, 4,00€ voor het abonnement en 5,00€ voor de mobiele data.

Heeft de werknemer daarnaast ook een tablet met mobiele data tot zijn of haar beschikking dan wordt het voordeel van de tablet 3,00€ per maand. De internetaansluiting wordt immers slechts eenmaal aangerekend.