Wanneer een vennootschap dividenden wenst uit te keren aan de aandeelhouders is dit niet belastingvrij. Er dient namelijk een roerende voorheffing te worden ingehouden van 30%. Sinds 1 juli 2013 is echter het Verlaagde Voorheffing/Précompte Réduit bis-stelsel (VVPRbis-stelsel) dat – onder bepaalde voorwaarden – toelaat aan vennootschappen om dividenden uit te keren aan een verlaagd tarief van 15% van kracht. Met de wet van 21 januari 2022 houdende diverse fiscale bepalingen werden recent een aantal wijzigingen toegebracht aan dit stelsel, waaronder een uitbreiding. We lichten toe wat hiermee wordt bedoeld en wat het voordeel is voor u.

1.    Het VVPRbis-stelsel: wat weten we al

Het VVPRbis-regime dat een uitkering van dividenden aan een voordelig tarief toelaat, is aldus sinds 1 juli 2013 van toepassing. Wie het regime wilt toepassen moet echter aan een aantal voorwaarden voldoen:

-      Het moet gaan om gewone aandelen op naam, gecreëerd vanaf 1 juli 2013;

-      Het kapitaal/de inbreng van deze aandelen moet uiterlijk op het ogenblik van de dividendenuitkering
zijn volstort;

-      Het moet gaan om een kleine vennootschap op het moment van de uitgifte;

-      De aandelen moeten ononderbroken in volle eigendom worden aangehouden;

-      De vennootschap moet een aantal jaren wachten vooraleer ze het verlaagd tarief mag toepassen.

De wetgeving bepaalde bovendien dat vennootschappen slechts in aanmerking kwamen voor de toepassing van het VVPRbis-stelsel in de mate dat zij een vereiste van minimumkapitaal van minstens 18.550 euro hadden, zoals dit voorzien werd in het oude wetboek van vennootschappen voor de bv (toen nog de bvba genoemd). Dit hield in dat vennootschappen zonder een vereiste van minimumkapitaal – zoals de vennootschap onder firma (VOF) en de  commanditaire vennootschap (CommV) – per definitie uitgesloten waren van het voordelige stelsel. Ze hadden wel de optie om hun kapitaal te verhogen tot minstens 18.550 euro, om op deze manier toch gebruik te kunnen maken van het VVPRbis-regime. 

Een voorbeeld: Er wordt in 2016 een CommV opgericht met een kapitaal van 5.000 euro. Hierbij worden er 500 aandelen gecreëerd. Er is hier niet voldaan aan de voorwaarde van het minimumkapitaal en er kan dus voor deze aandelen geen gebruik worden gemaakt van het VVPRbis-stelsel. Enkel wanneer de CommV het kapitaal verhoogt naar minstens 18.550 euro kunnen de nieuw gecreëerde aandelen gebruik maken van het voordelige tarief.
De eerste aandelen van 500 komen dus nog steeds niet in aanmerking voor het verlaagde tarief. 

Met de invoering van het WVV werd vanaf 1 mei 2019 het vereiste van minimumkapitaal voor bv’s afgeschaft.
Hierdoor konden vennootschappen die vanaf deze datum werden opgericht zonder minimumkapitaal zich beroepen op het VVPRbis-regime. Dit was anders voor de vennootschappen die tussen 1 juli 2013 en 30 april 2019 werden opgericht, zonder een minimumkapitaal van 18.550 euro. Zij konden nog steeds geen aanspraak maken op dit voordelige regime. 

2.    Positieve uitbreiding  

Met de wet van 21 januari 2022 houdende diverse fiscale bepalingen werd de specifieke verwijzing die stelde dat de vennootschappen die niet voldeden aan de vereiste van een minimumkapitaal uitgesloten waren van het VVPRbis-stelsel, geschrapt. Door deze schrapping werd vermoed dat vennootschappen, die tussen 1 juli 2013 en 30 april 2019 zonder minimumkapitaal werden opgericht, dan toch het voornoemde regime zouden kunnen toepassen.
Dit werd recent bevestigd door de minister van Financiën in een antwoord op een parlementaire vraag.

Wanneer we terugkijken naar het voorbeeld van de CommV met een kapitaal van 5.000 euro bij de oprichting in 2016, houdt dit dus in dat er nu wel gebruik zal kunnen worden gemaakt van het VVPRbis-regime, mits voldaan is aan de andere gestelde voorwaarden.