Meldingsplicht en roerende inkomsten

Uitgebracht op : 09-08-2012 Uitgebracht op :
09-08-2012

De wetgeving met betrekking tot de roerende inkomsten werd n.a.v. de vorming van de regering-Di Rupo ingrijpend gewijzigd. Sedert haar totstandkoming in december 2011 is deze wetgeving ook reeds verschillende keren gewijzigd.

Hierbij geven wij u een voorlopige stand van zaken.

Met ingang van 1 januari 2012 werd het systeem van de bevrijdende roerende voorheffing de facto afgeschaft. Het 15%-tarief inzake roerende voorheffing werd verhoogd tot 21 %. Daarnaast werd een bijkomende heffing van 4 % ingevoerd voor intresten en dividenden waarvan het totale bedrag op jaarbasis € 20.020,00 overschrijdt.

Dit betekent dat de belastingplichtige vanaf aanslagjaar 2013 (inkomsten 2012) alle roerende inkomsten in zijn aangifte zal moeten opnemen. Bovendien moet de schuldenaar van de roerende inkomsten (b.v. de vennootschap die het dividend uitkeert, de bank die de intrest betaalt) alle uitkeringen melden aan een centraal meldpunt bij de fiscale administratie, die op die wijze op de hoogte zal zijn van de totaliteit van de verkregen roerende inkomsten en over een uitstekend controlemiddel zal beschikken om de juistheid van de gegevens in de fiscale aangifte na te gaan.

De belastingplichtige kan evenwel ook kiezen voor de inhouding van de bijkomende heffing aan de bron. In dat geval moeten de inkomsten niet gemeld worden en moeten ze niet in de aangifte personenbelasting worden opgenomen. Wie hiervoor kiest, moet dit meedelen aan de schuldenaar van de inkomsten (doorgaans de bank). De banken verstuurden hieromtrent reeds een bericht aan hun cliënten.

Let wel: De vrijstelling van de meldingsplicht en de aangifte is slechts gedeeltelijk. Voor inkomsten waarop 10 %, 15 % of 25 % roerende voorheffing moet worden ingehouden, is ze niet van toepassing. Deze inkomsten moeten steeds gemeld worden en opgenomen in de aangifte personenbelasting.

Advies van Bebotax in de huidige stand van de wetgeving:

Sedert 1 augustus krijgt u via uw bank vragen i.v.m. de inhouding van roerende voorheffing.

In de markt groeit ook stilaan de consensus om steeds ervoor te opteren de bijkomende heffing van 4 % aan de bron te laten inhouden, ook voor het gedeelte aan intresten en dividenden dat de € 20.020,00 niet overschrijdt.

Bebotax onderschrijft ook deze visie.

De maximale bijkomende belastingkost van € 800,80 weegt immers niet op tegen de som van:

-       de extra kosten om deze inkomsten correct in de jaarlijkse fiscale aangifte te verwerken

-       de kosten van erelonen indien er bijkomende inlichtingen dienen te worden verstrekt

-       de kosten van erelonen en fiscale boeten en verhogingen in het geval dat er een verschil is tussen de fiscale aangifte en de gegevens zoals gemeld aan het centrale meldpunt.

 
Bebotax BV
Steenweg Deinze 124 B
B-9810 Nazareth - Belgiƫ

+32 (0)9 384 93 39
webmaster@bebotax.com
RPR Gent afd. Gent - BTW BE 0438.569.761
Belangrijke informatie
Disclaimer
Laatst gewijzigd : 12/07/2023