Inkoop eigen aandelen > 20%

Uitgebracht op : 17-10-2022 Uitgebracht op :
17-10-2022

Bij een inkoop van eigen aandelen koopt een vennootschap een aantal van haar uitgegeven aandelen terug over van een aandeelhouder. Op die manier wordt de vennootschap dus deels aandeelhouder van zichzelf. De vennootschap betaalt dan een vergoeding aan haar aandeelhouder(s) voor deze aankoop, die gelijk is aan de marktwaarde van de aandelen. Deze aandelen kunnen vernietigd, doorverkocht of aangekocht worden.

In deze bijdrage wordt specifiek ingegaan op de situatie waarbij een vennootschap meer dan 20% van haar eigen aandelen inkoopt.

Bijzondere fiscale regeling

Op fiscaal vlak geldt een bijzondere regeling voor de verkrijging van eigen aandelen.

Bij de inkoop van eigen aandelen wordt er bij wijze van fictie geacht een uitgekeerd dividend te ontstaan ten belope van de zogenaamde ‘verkrijgingsbonus’, zijnde het positieve verschil tussen de verkrijgingsprijs (de tegenwaarde) en het gedeelte van het (eventueel gerevaloriseerde) gestorte kapitaal dat de verkregen aandelen vertegenwoordigen (art. 186, lid 1 WIB 1992).

1.   Algemeen

(i)    Verkrijging eigen aandelen mits naleving voorwaarden WVV en WIB92

Indien de aandelen worden verkregen onder de volgende strikte en cumulatie voorwaarden uit het WVV en WIB92, wordt de belastingheffing als uitgekeerd dividend uitgesteld:

1)    Aantal aandelen met inbegrip van de aandelen die de vennootschap bezit mag niet hoger zijn dan 20 %
      (WIB92)

2)    Het bedrag is gelijk aan “voor verkrijging bestemde bedragen” overeenkomstig art. 5:142 WVV voor de BV
      en art. 7:212 WVV voor de NV zijnde “uitkeerbare winsten” over te boeken naar een
      “onbeschikbare reserve inkoop eigen aandelen” (WVV)

3)    Enkel mogelijk voor “volgestorte” aandelen op het ogenblik van de “inkoop” (WVV).

4)    Het aanbod tot verkrijging ten aanzien van alle vennoten / aandeelhouders (of aan een 1 of
      enkele aandeelhouders voor zover de verkrijging “eenparig” wordt goedgekeurd door een
      algemene vergadering van de aandeelhouders waarop alle aandeelhouders aanwezig
      of vertegenwoordigd zijn) (WVV).

5)    Op grond van een “voorafgaand” besluit van een gewone algemene vergadering van de aandeelhouders -
      jaarvergadering - of een bijzondere algemene vergadering van de aandeelhouders (WVV).

6)    Instemming verkrijgen van de aandeelhouders (WVV):

a.     aanwezigheid van ten minste de helft van de aandeelhouders (BV) of de helft van het kapitaal (NV);
b.     Met de goedkeuring van ten minste ¾ van het aantal uitgebrachte stemmen
      (BV: art. 5:145 verwijzend naar het art. 5:100 WVV – NV: art. 7:215 verwijzend naar het
       art. 7: 153 WVV)

 7)    De algemene vergadering van de aandeelhouders bepaalt (WVV):

a.     Het maximum aantal te verkrijgen aandelen/certificaten;
b.     De duur waarvoor toestemming wordt verleend (maximaal 5 jaar);
c.     De minimum- en maximumwaarde van de vergoeding

Er is dan pas sprake van een uitgekeerd dividend wanneer en in de mate een gedeelte van het vermogen van de verkrijgende vennootschap is verdwenen, nl. ingevolge één van de vier onderstaande gevallen (art. 186, lid 2 WIB 1992):

      -        het boeken van waardeverminderingen op die eigen aandelen,
-        de vervreemding van de eigen aandelen met minderwaarde,
-        de vernietiging van de eigen aandelen, of
-        de ontbinding/liquidatie van de vennootschap

De verkrijging van eigen aandelen, gevolgd door hun vernietiging, hun verkoop met minderwaarde of het boeken van een waardevermindering brengt immers een verarming van de verkrijgende vennootschap met zich mee ten belope van het verschil tussen de verkrijgingsprijs en de kapitaalwaarde die deze aandelen vertegenwoordigen, of ten belope van de minderwaarde, of ten belope van de geboekte waardevermindering. Door dergelijk vermogensverlies te kwalificeren als uitgekeerd dividend wil de wetgever de belastbare grondslag van de verkrijgende vennootschap behouden.

(ii)            Verkrijging eigen aandelen zonder naleving voorwaarden WVV en WIB92

Wanneer een vennootschap echter eigen aandelen verkrijgt zonder naleving van de voorwaarden van het WVV
(en WIB92), wordt de verkrijgingsbonus onmiddellijk (= op het ogenblik van de verkrijging van de aandelen) beschouwd als een uitgekeerd dividend. Bij een verkrijging van eigen aandelen zonder naleving van de strikte regels verdwijnt immers een gedeelte van het vermogen definitief uit de vennootschap, aangezien de verkregen eigen aandelen onmiddellijk moeten worden vernietigd (art. 7:219, §1, lid 1 WVV).

In het geval een vennootschap eigen aandelen inkoopt en daardoor voor meer dan 20% van de eigen aandelen in portefeuille krijgt, zal dit ook beschouw worden als een verkrijgen eigen aandelen zonder naleving van de voorwaarden. De magische 20%-grens is namelijk overschreden.

2.    Fiscale maximum-grens van 20%

Onder het oude W. Venn. werd de inkoop van eigen aandelen nog beperkt tot maximaal 20% van de aandelen én de ingekochte aandelen moesten binnen de twee jaar worden vernietigd. Onder het WVV zijn die twee beperkingen volledig weggevallen. Het verkrijgen van eigen aandelen in de BV en NV kan dus onbeperkt gebeuren (BV: art. 5:145 WVV – NV: art. 7:215 WVV).

Maar de fiscale wetgever heeft de verwerving van eigen aandelen of deelbewijzen beperkt tot maximum 20% van het kapitaal (art. 186, lid 6 WIB92). In de mate dat er meer eigen aandelen dan het maximum van 20% (dat haar kapitaal vertegenwoordigt) worden ingekocht en deze aandelen niet meteen vernietigd of overgedragen worden, worden deze fiscaal bij de uitgevende vennootschap geacht te zijn vernietigd. Dit surplus zal dus steeds als dividend worden belast.

Door die fictiebepaling wordt de verkrijgingsbonus van de aandelen >20 % dus onmiddellijk een uitgekeerd dividend in hoofde van de verkrijgende vennootschap én de overdragende aandeelhouder.

Concreet voorbeeld: Een vennootschap waarvan het kapitaal door 100 aandelen wordt vertegenwoordigd, heeft 16 aandelen in portefeuille. Zij wenst 9 extra eigen aandelen te verwerven om in portefeuille te behouden.

-     Indien de vennootschap voorafgaand aan de nieuwe verwerving 5 van de 17 eigen aandelen die zij
      in portefeuille heeft, vernietigd of vervreemdt, is er geen probleem omdat de verwerving
      van de extra 9 aandelen niet tot gevolg heeft dat de vennootschap meer dan 20%
      van haar eigen aandelen zal bezitten.

-        Indien de vennootschap daarentegen de 16 eigen aandelen in portefeuille houdt,
      dan zullen 5 van de 9 nieuw verworven eigen aandelen die in portefeuille worden gehouden,
      fiscaal worden geacht te zijn vernietigd vanaf de verwerving. Indien de extra aandelen in dit geval
      gelijktijdig worden verworven, maar van verschillende overdragers en/of tegen een verschillende prijs,
      belet niets dat de vennootschap de aandelen aanduidt die zullen worden geacht te zijn vernietigd.
      Zonder dergelijke aanduiding wordt de fictie van de vernietiging proportioneel toegepast op het
      aantal aandelen dat is overgedragen door iedere overdragen en/of tegen iedere andere prijs.

Zolang de vennootschap haar eigen aandelen die worden geacht te zijn vernietigd, in portefeuille houdt, is hun fiscale nettowaarde gelijk aan nul en vormt de waarde waarvoor ze op de balans zijn ingeschreven een uitgedrukte niet verwezenlijkte meerwaarde, zoals bedoeld in de artikelen 44, §1, 1° en 190, WIB92 (art. 186, lid 6, WIB92).

De vennootschap die eigen aandelen in portefeuille behoudt die meer dan 20% van haar kapitaal vertegenwoordigen en die geacht worden te zijn vernietigd overeenkomstig art. 186, lid 6, WIB92 kan deze aandelen verkopen met een meerwaarde. In het kader van de vrijstelling van de gerealiseerde aandelenmeerwaarden wordt de minimale bezitsduur van de aandelen (permanentievoorwaarde) niet onderbroken en wordt het bedrag van de minimale deelneming (participatievoorwaarde) niet verminderd ingevolge de fictie van vernietiging van de aandelen (art. 192, §1, WIB92).

3.    Roerende voorheffing op de verkrijgingsbonus

De kwalificatie als dividend betekent dat de regels inzake de roerende voorheffing gevolgd moeten worden.
Het standaardtarief bedraagt 30%, behoudens vrijstelling zoals bijvoorbeeld bij moeder-dochtervennootschappen.

In principe is dus 30% roerende voorheffing (= RV) verschuldigd op de verkrijgingsbonus die wordt aangemerkt als dividend ten belope van het vermogensverlies (artikel 269, eerste lid, 1° WIB92).

De VVPRbis-regeling is expliciet uitgesloten bij verkrijgingsboni. Enkel de dividenden, met uitzondering van die vermeld in art. 18, lid 1, 2° ter en 3°, komen in aanmerking voor de verlaagde voorheffing via VVPRbis. Verkrijgingsboni staan expliciet vermeld onder 2° ter.

In de mate dat de vennootschap het dividend aanrekent op aanwezige liquidatiereserves waarvan de 5-jarige wachttermijn reeds voorbij is, kan dit een RV-tarief van 5% tot gevolg hebben.

 
Bebotax BV
Steenweg Deinze 124 B
B-9810 Nazareth - Belgiƫ

+32 (0)9 384 93 39
webmaster@bebotax.com
RPR Gent afd. Gent - BTW BE 0438.569.761
Belangrijke informatie
Disclaimer
Laatst gewijzigd : 12/07/2023