Een holding is een vennootschap waarvan de activiteit bestaat uit het aanhouden van participaties in andere vennootschappen.

Indien de holding zijn activiteit enkel daartoe beperkt, is deze holding niet btw-plichtig. De holding wordt dan overeenkomstig artikel 4 § 1 W.B.T.W. geacht geen economische activiteit te hebben. Men spreekt dan vaak over een passieve of zuivere holding. Deze holdings hebben uiteraard geen recht op btw-aftrek.

Holdings die, naast het aanhouden van de participaties, ook beheerstaken in dochterondernemingen uitoefenen, worden door de Belgische fiscus beschouwd als gedeeltelijke btw-plichtigen. Deze actieve holdings hebben immers een dubbele activiteit: enerzijds het aanhouden van de participaties (een niet btw-plichtige activiteit) en de beheerstaken (een btw-plichtige activiteit). Dit heeft tot gevolg dat dergelijke holdings slechts gedeeltelijk een recht op aftrek hebben. De aftrek voor de kosten met betrekking tot het houden van de participatie en de algemene kosten worden beperkt.

Het Europees Hof van Justitie velde echter op 16 juli 2015 een arrest  waarin anders geoordeeld wordt (arrest nr. C-108/14 en C-109/14). Het hof is immers van oordeel dat kosten voor verwerving van een participatie gemaakt door een holding die aan het beheer van de dochteronderneming deelneemt in beginsel van volledige btw-aftrek kunnen genieten. Dit geldt echter enkel voor zover de holding deelneemt aan het beheer van de dochteronderneming. Voor kosten gemaakt ten behoeve van participaties waarin de holding niet aan het beheer deelneemt, wordt het recht op aftrek beperkt.