Reeds geruime tijd kan eenieder zijn of haar fiscale toestand regulariseren door spontaan niet-aangegeven inkomsten alsnog aan te geven. Dit wordt de fiscale en sociale regularisatie genoemd. Deze regularisatie houdt in dat fiscale zondaars hun fiscale zonden kunnen opbiechten en in ruil daarvoor fiscale en strafrechtelijke immuniteit krijgen.
Na het opbiechten betalen ze alsnog de belastingen die eigenlijk verschuldigd zijn al dan niet gecombineerd met een strafheffing.

Dit systeem werd echter afgeschaft bij wet van 16 maart 2021 houdende bepalingen inzake gezinsfiscaliteit en de stopzetting van het permanent systeem inzake fiscale en sociale regularisatie. Het systeem wordt afgeschaft met ingang van 1 januari 2024. Er wordt aldus nog een laatste kans geboden om te regulariseren. Er is namelijk een overgangsperiode van 2,5 jaar voorzien. De einddatum is aldus 31 december 2023. Vanaf 1 januari 2024 kunnen aldus geen nieuwe aanvragen meer ingediend worden.

De regularisatieaangiften ingediend uiterlijk op 31 december 2023 waarvoor op deze datum nog geen regularisatieattest is uitgereikt, zullen door het Contactpunt verder worden behandeld overeenkomstig de regels in de hoofdstukken 2 en 3 van de voornoemde wet van 21 juli 2016. Er zullen dus nog regularisatie-attesten uitgereikt worden in de loop van 2024.

De regularisatieattesten uitgereikt voor 1 januari 2024, evenals de regularisatieattesten uitgereikt na 31 december 2023 op grond van artikel 5, blijven onderworpen aan de regels in de hoofdstukken 2 en 3 van de voornoemde wet van
21 juli 2016.

De ratio legis achter deze afschaffing is dat de regering ervan uitgaat dat zwarte inkomsten en kapitalen steeds moeilijker verborgen kunnen blijven. Verder wil de regering de slagkracht van de gerechtelijke instanties verhogen, zodat alle informatie die de fiscus tegenwoordig in handen krijgt, meer en meer ook effectief zal leiden tot vervolging.

Belangrijk op te merken is dat binnen de normale aanslagtermijnen het nog steeds mogelijk is om spontaan naar de controleur te stappen en een niet-aangegeven inkomen alsnog aan te geven. Men ondergaat dan de gebruikelijke sancties. Hierbij kan de betrokken belastingplichtige nooit bescherming krijgen tegen strafrechtelijke vervolging.
En het biedt ook geen oplossing als de berouwvolle belastingzondaar verder dan zeven jaar wil teruggaan in het verleden.