Artikel 26 W.I.B. 1992 bepaalt dat abnormale en goedgunstige voordelen toegekend door een in België gevestigde onderneming worden toegevoegd aan haar eigen winst, tenzij de verkrijger belast wordt op die voordelen.

Hetzelfde artikel bepaalt verder dat deze voordelen sowieso aan de eigen winst worden toegevoegd indien ze worden toegekend aan een verbonden buitenlandse onderneming. Hier is het dus zaak om in dit geval aan te tonen dat de toegekende voordelen niet abnormaal en goedgunstig zijn. 

Het hof van beroep van Gent oordeelde in dit verband in haar arrest van 19 mei 2015 dat de toekenning van een renteloze lening aan een verbonden vennootschap in het buitenland een abnormaal en goedgunstig voordeel uitmaakt wanneer niet vaststaat dat het renteloos ter beschikking stellen van fondsen kadert in een saneringsoperatie om het groepsbelang in stand te houden of om het bestaan of het normale functioneren van de verbonden vennootschap te garanderen.